[Bartzoen, Gaspar]
BARTZOEN (Gaspar), ook Barzaeus of G. Zelandus of G. Belga geheeten, was te Goes geboren. Hij studeerde te Leuven als jezuïet ‘Gaspar hie Zelandus fuit natus in Oppido Goes, Lovanij in paedagogio Castrensi philosophiam didicit circa an. Domini 1535. Dein sub Carolo V militiam pertesus Christo militare coepit, multis tempestatibus et naufragiis eruditus’ (Kantteekening bij een brief van Gaspar Ao. 1549 in de Epistolae indicae). In 1548 zette hij te Goa voet aan wal. Hij verheugde zich in de vriendschap van Franciscus Xaverius, die hem beloofde, dat hij zoo spoedig mogelijk tot het missiewerk in China of Japan zou geroepen worden. Voorloopig echter werd hij geplaatst te Ormuz. Daar werkte hij onder Mohammedanen en Heidenen gedurende 3 jaren. Twee brieven uit dat tijdvak, door hem in 1549 en 1551 aan zijne ordebroeders te Coimbra gericht, zijn bewaard. Hij schrijft over de weduwenverbranding, de dierenbescherming door de inboorlingen, den wagen van Jaggernäth. Over de ‘yogins’ spreekt hij met groote waardeering. Hij disputeert met ze over godsdienstige vraagstukken en overtuigt ze van de voortreffelijkheid van het evangelie. Hij hoopt van de overheid vergunning te krijgen, om zich op hunne wijze te kleeden, omdat hij meent,