[Albers, Abraham Bernardus]
ALBERS (Abraham Bernardus), geb. te Maastricht 31 Juli 1848, overl. te Cartagena (Columbia) 8 Nov. 1880, ontving schoolonderwijs te Zutfen en studeerde van 1866 tot 1872 aan de polytechnische school te Delft, waar hij in laatstgenoemd jaar het diploma van civiel ingenieur verwierf. In Aug. 1872 werd hij bij de vervaardiging der waterstaatskaart, in Maart 1873 bij opnemingen van de groote rivieren geplaatst. Na vergelijkend examen werd hij met ingang van 1 Apr. 1874 aspirant-ingenieur van den waterstaat en bij de herziening der rivierkaart geplaatst, waar hij de bladen Krimpen aan de Lek en Rotterdam bewerkte. Met 1 Apr. 1875 werd hij ingenieur 3e klasse. Met 1 Mei 1876 werd hij toegevoegd aan den ingenieur in het 1e rivier-arrondissement en hem Zalt-Bommel als standplaats aangewezen. Daar werden groote werken tot verbetering van de Waal onder zijn toezicht uitgevoerd. Tijdens de ziekte van den ingenieur Jhr. H. van Capellen werd hij in Maart 1879 te Maastricht geplaatst om diens dienst waar te nemen. Na diens overlijden bleef hij hier tot 1 Mei 1879, toen hij bij den Rotterdamschen Waterweg te Hoek van Holland werd geplaatst.
In het najaar van hetzelfde jaar verzocht Bolivar, een der staten van Columbia, het Nederlandsche gouvernement om een ingenieur aan te wijzen ten behoeve van de directie van de verbetering van het kanaal del Digue, lang ongeveer 165 kilometers, gegraven ter verbinding van de hoofdstad Cartagena met de rivier de Magdalena. Albers werd hiervoor door Nederland aangewezen en hem werd bij Koninklijk besluit van 6 Nov. 1879 met ingang van 15 d.a.v. onbepaald verlof uit den Rijks dienst verleend. Hij vertrok met hetzelfde vaartuig als burggraaf F. de Lesseps en J. Dirks, die naar Panama reisden, en hem werd door de Lesseps het voorstel gedaan, eenigen tijd aan de opnemingen voor het Panamakanaal deel te nemen. Hij was daarbij in Jan. 1880 drie weken werkzaam. Op 25 Jan. 1880 kwam hij te Cartagena aan, waar hij het ontwerp van bovengenoemde kanaalverbetering alsmede een ontwerp voor de bedijking van Cartagena, dat bij storm somtijds van uit zee overstroomde, maakte, na voor een en ander de noodige terreinopnemingen te hebben verricht.
Hij ontving in Aug. 1880 een aanbod van de Vereenigde Staten van Columbia om in dienst dier republiek te treden als ingenieur-adviseur. Hij hield dit aanbod in beraad, hopende, zoodra het Panamakanaal zou worden uitgevoerd, bij den aanleg daarvan geplaatst te worden.
Geheel onverwacht werd hij door de gele koorts aangetast, aan welke hij na een ziekbed van enkele dagen bezweek.
Albers was ongehuwd.
Zijn leven is beschreven door J. Dirks in notulen K.I.v.I. 1880 1, 60.
Ramaer