tistisch congres te Londen in
1860 en het vijfjarig overzicht van de sterfte naar den leeftijd in 1882 en 1903, terwijl hij een groot aandeel had in de bewerking der sterfte-atlassen voor Nederland van 1841-60 en van 1860-74. Als lid van den geneeskundigen raad voor Noord-Holland behartigde hij gedurende vele jaren de belangen van dit district. In 1883 opgetreden als lid van de commissie van beheer en toezicht op de gasthuizen te Amsterdam nam hij deel aan de reorganisatie dier instellingen en in hetzelfde jaar werd hij benoemd tot curator der universiteit in welk ambt hij tot kort vóór zijn dood werkzaam was. In de verschillende jaargangen van het Nederl. Weekbl. voor geneeskundigen (1851-56) leverde hij een groot aantal referaten en artikelen van kleineren omvang over verschillende onderwerpen op het gebied der geneeskunde. Verder verschenen: De werkzaamheden van het algemeen hygiënisch Congres gehouden te Brussel in Sept. 1852, Amst. 1852; C. Wedl, Handboek der pathologische histologie, met aanm. voorz. en vert. d. J.M Schrant en J. Zeeman Afl. I (Amst. 1854); Het Algemeen ziekenfonds voor Amsterdam van 1852-62. (overdruk); met W.M Gunning. Het weeshuis der Nederduitsch Hervormde diaconie te Amsterdam. Zie verder het Register der oorspronkelijke stukken verschenen in de eerste Vijftig jaargangen 1857-1906 v.h. Ned. Tijds. v. Geneesk., Amst. 1912, 172.
Zie over hem: In memoriam Dr. Johannes Zeeman (met portret) door T. Place in Med. Tijds. v. Geneesk. 1905, II, 1547.
Simon Thomas