Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[p. 1497]

Z.

[Zaalberg, Johannes Cornelis]

ZAALBERG (Johannes Cornelis), geb. te Nieuw Beijerland 18 Maart 1828, overl. 12 April 1885 op de terugreis van Paramaribo naar Nederland. Hij was predikant te Hendrik-ldo-Ambacht, Deventer, 's Gravenhage. Hier nam hij in 1867 om gezondheidsredenen zijn ontslag, waarop hij 't volgende jaar evenwel terugkwam. De kerkeraad was hem daarin niet ter wille, doch de Synode herstelde hem ten slotte ten volle in zijne rechten. Acht jaren later aanvaardde hij eene betrekking als predikant te Paramaribo.

[p. 1498]

Van zijne hand verschenen: De strijd tusschen Mackay en Christophilus (1853); Twee brieven aan mijne R.K. medechristenen, tevens ter beantwoording van pater Frentrop en prof. Muré (1856); De St. Pieterskerk te Rome (1857); De vraag van J.H. Gunning beantwoord (1863); De godsdienst van Jezus en de moderne richling (1864); Eene verklaring, eene briefwisseling en een treurig geschiedverhaal (1864); De waarheid (?) van ds. Schuurman (1864). Aan mijne vrienden te 's Gravenhage, afscheidsgroet (1867); Een ver-

[p. 1499]

boden preek. Na weigering van kansel en spreekzaal te 's Gravenhage (1868); Mijne verbanning uit den evangeliedienst (1868); De uitspraak in herziening der synode (1868); Het eerste woord eens nieuwen levens (1868); Uw koninkrijk kome (1868) en vele bijdragen in tijdschriften.

Zie: A. Winkler Prins, Geill. Encycl. XV. 21; Herderscheê, De moderne Godsdienstrichting in Nederland 197, elders.

Herderscheê