[Witsen, Mr. Jonas (3)]
WITSEN (Mr. Jonas) (3), 6 Aug. 1705 - 9 Dec. 1767, zoon uit den tweeden echt van Jonas en Isabella Maria Hooft, kleinzoon van Mr. Jonas (2) (zie hiervoor). Hij was schepen in 1733 en burgemeester in 1765, zat in de Rekenkamer van Holland 1748-50 en was raad van de admiraliteit in het Noorder-quartier 1762-64. Bij de overname van de posterijen door de Staten in 1751, werd hem, als een der beide postmeesters op Keulen, een som van 5252 gl. jaarlijks als schadevergoeding toegekend. Hij woonde op de Keizersgracht, was eigenaar van de ridderhofstede ‘Adrichem’ buiten Beverwijk. Hij huwde in 1731 Alberta Maria Pels en hertrouwde met Jacoba v. Gheel. Bicker Raye teekent in zijn dagboek over hem aan dat hij ‘een seer gaau en sterk man was, hij bezat een schat van schilderijen en teekeningen, was protector van het teekencollege en om zijn vriendelijke hoedanigheden van veelen betreurt’.
F. van der Mijn schilderde 1749 zijn portret; gravure daarnaar door J. Houbraken.
Zie: Literat. bij Nicolaas W. (kol. 1479).
Veder