[Wippe, Joris Joostensz.]
WIPPE (Joris Joostensz.) was geboortig van Meenen, waar hij het ambt van burgemeester bekleedde. Toen hij later de doopsgezinde gevoelens was toegedaan, vluchtte hij naar Dordrecht, waar hij zich met het verven van wollen lakens bezig hield, en door zijn goedheid voor de armen zich onderscheidde.
Niettemin werd hij door de inquisitie achtervolgd. De stedelijke overheid gebood hem in de Groote kerk te komen, wat blijkbaar als een waarschuwing harerzijds voor hem bedoeld was, om zich door de vlucht te redden. Wippe ging echter te goeder trouw, en werd gevangen genomen. Daar de Dordtsche regeering niet veel geneigdheid had dezen man, die door zijn weldadigheid zoo gunstig bekend stond, te veroordeelen, werd hij naar den Haag gevoerd, maar omdat hij te Dordrecht gevat was, weer teruggezonden. Alzoo werd 4 Aug. 1558 het vonnis over hem geveld. Hij zou in een wijnvat verdronken worden, en zijn lichaam voorts op Galgoord aan de galg gehangen, terwijl zijn bezittingen werden verbeurd verklaard.
De scherprechter was onwillig het vonnis aan Wippe te voltrekken, en verzocht liever zijn ont-