[Wezel, Dominicus Boot van]
WEZEL (Dominicus Boot van) geb. te 's-Gravenhage in 1585, overl. na Aug. 1646, was de zoon van Johan van Wezel en Josina Boot Dominicusdr. Johan van Wesel woonde tijdens zijn eerste huwelijk in den Haag; zijn beide zonen, Johan, geb. 1580, en de hier genoemde Dominicus werden aldaar geboren, blijkens hunne inschrijving als student in het Album Studiosorum der Leidsche academie. Bij zijn tweede huwelijk te Dordrecht 20 Juni 1593 met Lydia de Witt was hij gereformeerd, want het werd in de Augustijnenkerk aldaar voltrokken. De beide zoons uit het eerste huwelijk bleven Roomsch-Katholiek.
Dominicus Boot van Wezel trouwde 11 Febr. 1624 te Amsterdam met Anna Visscher, geb. 1584, oudste dochter van Roemer Visscher en Aefje Jansdr. van Campen, de Roomsch-Katholieke vriendin van Mr. Jacob Cats, dien zij te Middelburg, waar hij tot 1622 pensionaris was, en later te Dordrecht, kwam bezoeken.
Dat zij na haar huwelijk met Boot van Wezel te Dordrecht zou gewoond hebben, is bezijden de waarheid, daar in de kohieren der verponding van 1626 en 1633 de naam van haar echtgenoot niet voorkomt.
De Hoop Scheffer noemt hem in zijn Gidsartikel over Anna Roemers Visscher een ouden bekende van hare familie, die een paar jaar jonger dan zij was, een meester in de rechten en heereboer uit de Wieringerwaard’. De familie Boot had daar bezittingen en o.a. Dominicus Boot was er dijkgraaf. Het echtpaar ging waarschijnlijk te Alkmaar wonen, waar in 1625 de oudste zoon Romanus (eigenlijk Roemer naar Anna's vader) werd geboren (zie voorg. art.). Daarna vertrokken zij naar 's Gravenhage, althans de tweede zoon Johan zag aldaar het levenslicht. Hoe lang zij daar gewoond hebben, is niet te zeggen. De beide zoons werden in 1640 door Anna bij de paters Jezuïeten te Brussel in de leer gedaan, terwijl zij zelf in 1642 met aanbevelingsbrieven van Barlaeus en Huygens een bezoek bracht aan Er. Puteanus, hoogleeraar in de Latijnsche taal te Leuven. In Mei 1646 werden de zoons als student te Leiden ingeschreven en gaven als leeftijd 21 jaar op. Romanus studeerde rechten, Johan philosophie, maar overleed reeds in 1647.
Dominicus Boot van Wezel liet zich in Augustus 1646 op 60-jarigen leeftijd, te Leiden als student in de letteren inschrijven. Uit deze inschrijving blijkt, dat hij te 's Gravenhage geboren werd. Waarschijnlijk heeft van Wezel zich doen inschrijven op verlangen zijner vrouw, die hem blijkbaar als een quantité negligeable beschouwde. Althans zij richtte bij haar komt te Leiden ‘Aan de vermaarde stad Leiden, gezonden aan mijn Heer Baarsdorp als oudste Burgemeester’, een gedicht, waarin zij geheel voor zich zelf spreekt: ‘Ik kom noch hier ten lesten, om burgerin te zijn, niet omdat uwe veste den Helikon besluit enz., maar dat ik in u begeer te woonen, is om mijn zelven niet, maar om mijn lieve zoonen’, terwijl zij aan prof. Ewaldus Schre-