[Werker, Henricus Martinus]
WERKER (Henricus Martinus), geb. te Amsterdam 17 Febr. 1834, overl. te Ginneken 23 Nov. 1908. Hij had zich de onderwijzersloopbaan gekozen en was gedurende 1866 en 1867 radacteur van de Rosendaalsche Courant. In 1870 gaf hij zich edelmoedig, zonder bezoldiging, aan de eerste katholieke school te Haarlem. Strijdlustig van aard kwam hij met tal van brochures uit, en zelfs eenige malen tegen het hoofdorgaan der katholieken. Zijn soms al te vurige ijver wikkelde hem nu en dan in minder aangename conflicten. Doch ‘mocht hij al soms zijn strijdlust botvieren, niemand duidde het den welmeenenden ijveraar kwalijk’. Ook voor het vereenigingsleven maakte hij zich zeer verdienstelijk en was jaren lang president van de Piusvereeniging. Zijne laatste jaren bracht hij door te Amsterdam, Hilversum en Ginneken. Verschillende brochures gaf hij uit onder den schuilnaam van Mr. Travailleur Hij schreef:
Rondgaande brief van den duivel aan zijne gezanten, consuls, consulaire agenten en zaakgelastigden in de vijf werelddeelen (Roosend. 1865); Iets ouds en toch nieuw. Een woord van bemoediging in dezen veel bewogen tijd aan mijne katholieke Landgenooten (Roosend. 1866); Droomen van een schoolmeester over examens, onderwijswetten, schoolboeken enz. Verhaald aan ouders en voogden ter waarschuwing (Roosend. 1867); Open brief aan Neerlands volk over het onderwijs, de leden der Tweede Kamer en het ministerie (Amst. 1867); De nieuwe wet tot regeling van het Lager Onderwijs verbeterd (Amst. 1868); De gemeente- of openbare scholen zijn sectescholen volgens J.R. Thorbecke (Amst. 1868); Waarheid en dwaling, of woorden en daden der liberalen (Amst. 1868); Wat hebben wij van het Oecumenisch concilie of algemeene kerkvergadering te verwachten (Amst. 1869); Wie zullen wij kiezen? Kiezerscatechismus (Amst. 1870); Beschouwingen over den oorlog (Amst. 1870); De geschiedenis des Vaderlands, bekeken door den bril van Mr. Travailleur. Een voorlezing (Amst. 1871); Is ‘De Tijd’ eene katholieke courant, of sprokkelingen op staat- en letterkundig gebied (Amst. 1871); Tonkaboontje voor de snuif van M.J. Carl (Amst. 1871); Gesprek tusschen Jan Papegaai en Henri Frank over het aanstaande Aprilfeest (Amst. 1872); De kwestie der Pius-Vereeniging. Openbare brief aan leden en oudleden der Pius-Vereeniging en aan allen, die waarheid en rechtvaardigheid beminnen (Amst. 2e. dr. 1878).
Jaarlijks zond hij zijn sinds 1875 verschenen Pius-Almanak de wereld in, welke almanak (naast een weinig mengelwerk) de opgaven bevat van alle kiesvereenigingen, parochiën, gymnasia, gestichten, moederhuizen der geestelijke orden enz. enz. van heel ons Roomsch Nederland. Met dit werk deed hij een onbetaalbaren dienst aan zijne katholieke landgenooten.
Zie: Pius- Almanak 1909, 62 vlg.
van der Heijden