Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Warnaar, Barend]

WARNAAR (Barend), Haarlemmer, is de schrijver van een tweetal tooneelstukjes, die vereenigd onder den titel Tooneelpoëzie van B. Warnaar, in 1706 te Haarlem het licht zagen. Het eerste ‘gesteld in Samenspraak, en menig Sins-Vertooning’, heeft tot opschrift De Zegepraalende Hartog van Marlbourg, en Heer van Ouwerkerk, in de Spaansche Nederlanden. Of de Nederlaag van de Gewese Keurvorst van Beyeren, en Villeroy, op de vlakte van Judoigne, by Ramillies: Voorgevallen den 23 Mey, 1706. Oorlogs-spel. Versierd met verscheyde Vertooningen, Zang, Dans, Konst- en Vlieg-werken. Door B. Warnaar (Haarl., Wilhelmus van Kessel, 1706). Het andere stukje Inwyding van de Schouburg tot Haarlem. Vertoont den 28 Juny, 1706 (Haarl., wed. van Harmanus van Hulkenroy, 1706), werd bijgewoond door de vier regeerende burgemeesters. 's Dichters Dank-Offer van de Haarlemse Actheurs en Actheuresse, Opgeofferd aan de Ed'le Groot Achtb're Heeren de Heeren Burgemeesteren, En verdere Raden der Stadt Haarlem, is achter deze uitgave opgenomen. Ekama vermeldt nog een uitgave van 1709, zonder het dankoffer en voorts een Lijkdicht, Op het overlijden van de Welgeschikte Zeedenrijke Juffrouw Anna Van Acht, Ontslapen binnen Haarlem, op den 7 Mey, Anno 1715 (Haarl. 1715).

In deze opvoering van Warnaars Inwijding

[p. 1435]

ziet C. de Koning Ldz., Tafereel der stad Haarlem III, 85, het bewijs dat er te Haarlem in het begin der achttiende eeuw, met toestemming van burgemeesters, een schouwburg is gesticht. Maar ‘de plaats waar die Schouwburg gestaan, hoe lang dit geduurd hebbe, en wat gebruik er van gemaakt zij,’ heeft hij niet kunnen vinden. Men vergelijke hierbij een besluit van burgemeesters van 4 Juni 1706, waarbij deze aan een troep tooneelspelers toestaan op de aanstaande jaarmarkt van St.-Jan treur- en blijspelen op te voeren en waarin gesproken wordt van de ‘ordinarisplaets of te stallinge buyten de grote Houtpoort.’ Van de inwijding van een schouwburg blijkt hier niet.

Zie nog: v.d. Marck, Naemrol; Ekama, Catalogus, I, 79, 82, 85 en Witsen Geysbeek, Biogr., Anth. en Crit. Woord. VI. 435.

H.E. Knappert