Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Vries, Jan van Ouwerkerk de]

VRIES (Jan van Ouwerkerk de), geb. te Amsterdam in 1770, gest. te Zeist begin Oct. 1842, werd voor den handel opgeleid en dreef jaren lang zaken in zijn vaderstad. Omstreeks 1820 trok hij zich uit de zaken terug; hij vestigde zich te Zeist, waar hij zich geheel aan historische en economische studiën wijdde. Vooral de geschiedenis van den Nederlandschen handel trok voortdurend zijn aandacht; het meeste, dat hij heeft geschreven, was daaraan gewijd. Na de omwenteling van 1813 zond hij in het licht: Wat is waarheid? wat moet men vreezen? Wat mag men hopen? Of de omwenteling van Nederland in 1813 onpartijdig beschouwd.... (Amst. 1817), waarin hij den toestand van Nederland, vooral in economisch opzicht, onderzocht. Daarop liet hij volgen: Welke belastingen zouden toch wel de beste zijn? (Amst. 1819, 1820, 2 st.) en vervolgens nog in

[p. 1430]

hetzelfde jaar Onpartijdige beschouwing van den toestand des koophandels binnen de Vereenigde Nederlanden in brieven (Amst. 1819), dat aanleiding gaf tot eenige polemiek. In 1827 werd door de Hollandsche Maatschappij van wetenschappen als antwoord op een prijsvraag zijn Verhandeling over de oorzaken van het verval en de middelen tot herstel van den Nederlandschen koophandel (Haarlem 1827) met goud bekroond. Eenige jaren daarna gaf hij uit Handel en nijverheid of proeve om derzelver uit- en inheemsche belangen in overeenstemming te brengen (Amst. 1834). Zijn geschriften zijn nog altijd van groot belang voor de kennis van den economischen toestand van ons land onder de regeering van Willem I.

Zie: Hand. Lett. 1843, 9 vlg.; Van den Brink, Bijdrage tot de kennis van den econ. toestand van Nederland in de jaren 1813-16, passim.

Brugmans