publiceerde hij achtereenvolgens Broeders gevangenisse. Dagboek van Willem de Groot betreffende het verblijf van zijnen broeder Hugo op Loevestein; uit echte bescheiden aangevuld en opgehelderd ('s Grav. 1842) en Brieven van Maria van Reigersbergh (Middelburg 1857), door hem met dr. G.D.J. Schotel uitgegeven; deze laatste publicatie gaf Fruin aanleiding tot een bekend Gidsartikel (herdr. Verspr. geschr. IV, 1 vlg.). Vollenhoven, die ongehuwd bleef, vermaakte zijn geheele nalatenschap aan de Leidsche universiteit om studenten in de gelegenheid te stellen door reizen hun wetenschappelijke ontwikkeling te voltooien.
Zie: van Heusde in Levensb. Lett. 1890, 145 vlg.; Ned. Spect. 1889, 347 vlg.
Brugmans