[Vitringa, Martinus]
VITRINGA (Martinus), geb. in 1718 te Leeuwarden, gest. 15 April 1798 te Kampen, zoon van den schepen Lambertus Vitringa, werd als student te Franeker ingeschreven 3 Sept. 1734, gaf in 1740 zijn Dissertatio philologicotheologica de festo pentecostes ejusque mysterio (Franeq.) in het licht, werd 15 Oct. 1741 bevestigd als predikant te Zuidwoude en Tietjerk, deed aldaar zijn afscheidsrede 8 Nov. 1750, vertrok van daar naar Arnhem, waar hij verder werkzaam was, tot hij in 1789 emeritus werd.
Zie: T.A. Romein, Naamlijst der predikanten van Friesland (Leeuw. 1888) 131; Catal. van het Friesch Genootschap (Leeuw. 1862), 262.
Wumkes