[Verhoeven, Henricus Petrus Timmers]
VERHOEVEN (Henricus Petrus Timmers). predikant eerst te Arkel, daarna te Hoorn en te 's Gravenhage; geb. 28 Jan. 1804 te Dordrecht, overl. 22 Juni 1871 te Doesburg. Zijn ouders waren Henricus Petrus T.V., med. dr. te Dordr., en Francina Morjé. Hij studeerde te Leiden, en promoveerde in 1829 tot Theol. Dr. op een diss. de Precatione Dominica, door bevoegden als een meesterstuk van grondige kennis en sierlijken stijl geroemd. Reeds te Arkel ging er een groote roep van hem uit als kanselredenaar; te Hoorn, waar hij van 1833-'37 stond, werd hij een tweede van der Palm genoemd. In den Haag, waar hij tevens secretaris der Synode was en nog vele andere betrekkingen bekieedde, ondermijnde een al te groote inspanning zijn gezondheid. In 1854 moest hij van zijn predikambt afstand doen, in 1859 ook van zijn overige bedieningen. Tevergeefs zocht hij te Boppard a.d. Rijn herstel. Zijn laatste levensjaren bleef hij te Doesburg, waar hij sedert 1865 lid van den gemeenteraad en voorzitter van de plaatselijke schoolcommissie was.
Timmers Verhoeven was lid van vele geleerde genootschappen.
Twee maal gehuwd, eerst (1830) met Elisabeth Maria Roodenburg (overl. 1835), daarna (1845) met Mathilda Johanna Theodora Jorissen, had hij bij zijn laatste vrouw vijf kinderen.
Zie: Schotel in Levensber. Letterk. 1872, 145.
Zuidema