de hydrographie der prov. Groningen (dit in vereeniging met C. Brunings (I, 111); Over het ter school gaan van de kinderen in het 7de district, van de prov. Groningen (I, 379); Over het ter school gaan der kinderen in het 7de district der prov. Gr ningen gedurende het jaar 1859. Met graphische voorstellingen van het schoolbezoek en het schoolv rzuim (II, 337); Kunstwegen in de prov. Groningen. Met eene kaart van di wegen (II, 355); Alfabetische tabel van de geographische en graphische ligging der getrianguleerde punten in de prov. Groningen (II, 447); Over den paalworm langs de kusten der prov. Groningen (III, 323); De bodem van het Oldambt en Westerwolde. Met teekeningen (III, 1; IV, 1); De venen en veenkoloniën in de prov. Groningen (III, 263); De visscherij in de prov. Groningen binnen- en buitengaats en de schelpvisscherij. Met teekeningen (IV, 85); De Hondsrug te Groningen (IV, 272); Over het eiland Rottum. Met teekeningen. De vogels die er hun broedplaatsen hebben en de psysiognomie van het eiland (IV, 375). Verder tal van opstellen in de Boerengoudmijn (1856, 57 en 58) en in het Album der Natuur (1873-'80); die in laatstgenoemd tijdschrift na zijn dood verschenen.
Wat Venema voor het kadaster is geweest, wordt in een uitgebreid artikel uiteengezet van het tijdschrift Archief van het kadaster, beneden aangehaald. In dat tijdschrift (waarvan slechts één jaargang verschenen is) vindt men tevens een uitvoerig opstel over dat onderwerp van zijn eigen hand (bl. 1), overgenomen uit het Jaarboek van Staathuishoudkunde en Statistiek.
Dat zijn naam ook buiten de grenzen van ons land bekend was, bewijzen de talrijke vragen, die jaarlijks zoowel door genootschappen en vereenigingen als door particulieren tot hem werden gericht, vooral ook op 't gebied van veen- en heiontginningen. Met zijn tijdgenooten W.C.H. Staring (I, kol. 1490) en G. Acker Stratingh (III, kol. 1206) behoorde Venema tot de voornaamste geologen van ons land.
De Senaat der Gron. boogeschool benoemde 20 Mei 1864 den verdienstelijken man honoris causa tot Dr. in de wis- en natuurkunde.
Ook menig binnen- en buitenlandsch genootschap erkende en waardeerde zijn verdiensten.
Venema is tweemaal gehuwd geweest: 1o met Fenna Folkers, 2o met Jantje de Wiljes. Uit het eerste huwelijk één, uit het tweede negen kinderen.
Uit familiepapieren bijeengebracht door A. Azings Venema, oud-hoofdcommies bij 't dep. van Landbouw, Handel en Nijverheid.
Zie verder: O. Gleuns in Archief voor het Kadaster, 1875, 36; H. Blink in Vragen van den Dag 1908, 673 e v.; Prov. Gron. Cour. van 26 Maart 1908, 3de blad.
Zuidema