de Orde der advocaten aan het hoofd der balie te Leeuwarden. Reizen in den vreemde was hem een genot; gelukkig waren zijn omstandigheden van dien aard, dat hij daaraan naar hartelust kon voldoen. O.a. Constantinopel en Athene werden door hem bezocht.
Hij was gehuwd, sedert 1875, met Mej. M. Burger uit Amersfoort, bij wie hij ééne dochter had.
Als geschrift van zijne hand dient vermeld: De koninklijke Academie van Wetenschappen en de zoogenaamde letterkundige en kunsteigendom (1863).
Zie: Baart de la Faille in Levensber. Letterk. 1907, 177.
Zuidema