[Soudenbalg, Stephana]
SOUDENBALG (Stephana), Zoudenbalch, geb. uit een bekende adellijke familie van het Sticht en overl. als abdis der Cisterciënserabdij Mariëndal te Zuilen bij Utrecht, 19 Sept. 1484. Haar vader Hubertus overl. 16 Jun. 1450; hare moeder Woltera Schouten van de Kelre 16 Oct. 1475. Zij was de zuster van Everard, kanunnik van St. Marie, proost van Westfriesland, stichter van het weeshuis St. Elisabeth, overl. 29 Mrt. 1563. Hendrik Soudenbalg deken van St. Marie en weldoener van Mariëndal, opgeteekend in het doodenboek der abdij was haar neef, zoon van Everard. Haar broer Gerardus was kastelein te Schoonhoven.
Wegens de onvolledigheid der abdissenlijsten is het niet bekend in welk jaar zij abdis werd, waarschijnlijk 1473 of 74. Bij den dood harer moeder 1475 was zij reeds abdis. Zij beleefde treurige tijden. Nauwelijks was een buitengewoon strenge winter voorbij (1481) of op vreeselijke wijze dreigde de pest 1483-84, die overal slachtoffers maakte. Bovendien leed de abdij geducht door de belegering van Utrecht door keizer Maximiliaan. Het klooster werd geplunderd, zijne hoeven verbrand en verwoest, zoodat de abdis genoodzaakt was aan den vaderabt van Kamp bij Rijnberk, Henricus van Kalkar 1483-99, verschillende renten te verkoopen 1484.
Zie: A. Matthaeus, Fundatationes et Fata Ecclesiarum 452, 463, 466, 483, 484; Aanhangsel kerk. Oudh. (Utr. 1794) 270, 464; M. Dicks, Die Abtei Camp. (Kempen 1913) 409.
Fruytier