[Schierbeek, Roelof Jacob]
SCHIERBEEK (Roelof Jacob), boekhandelaaruitgever te Groningen, waar hij 4 Febr. 1778 geb. werd en 1 Febr. 1844 overl. Na het gewone schoolonderwijs te hebben afgeloopen, was hij als leerling-bediende in meer dan een boekhandel werkzaam en begon reeds in 1798 een eigen zaak, die hij 37 jaren met veel succes gedreven heeft. ‘Vooral als debitant was S. een man van beteekenis. Practisch, nauwgezet en degelijk, genoot hij het vertrouwen van allen die met hem omgingen.’ Daarbij was hij om zijn bibliografische kennis en door zijn bereidwilligheid om anderen hiermee van dienst te zijn in wijden kring bekend.
Zwager van van Heyningen Bosch (I kol. 438), gaf hij diens Kleine kindervriend e.a. werkjes voor de jeugd uit; verder bekende schoolboeken van Nieuwold (II kol. 995), Rijkens (II kol. 1250) en anderen. Voorts komen werken als Numan's Handboek der genees- en verloskunde van het vee, diens Veeartsenijkundig Magazijn, en een reeks van theologische boeken op de lijst zijner fondsartikelen voor. Ook was hij deelgenoot in de compagnieschap der uitgevers van de Evangelische en Luthersche Gezangen.
Om zijn veelomvattende vakkennis, zijn helder oordeel en zijn bijzondere welwillendheid was Schierbeek een vraagbaak voor velen, terwijl hij om zijn karakter de achting zijner ambtgenooten wegdroeg. Verscheiden jaren was hij bestuurslid van het Groninger Boekverkooperscollege, terwijl hij met veel toewijding en ijver ook andere maatschappelijke betrekkingen waarnam.
Driemaal gehuwd, was hij sinds 1833 weduwnaar. Bij zijn dood liet hij zeven kinderen na. Twee zijner zonen waren door hem zelf in den boekhandel opgeleid, t.w. Lambertus S., die geruimen tijd boekverkooper en drukker te Leeuwarden was, en Rudolph Jacob S., die in de zaak zijns vaders opvolgde en in 1889 op 76-jarigen ouderdom overleed. Deze laatste zoon was een 25 jaren tevens amanuensis der Academische bibliotheek te Groningen. Een levensbericht van hem vindt men in het Nieuwsbl. v.d. Boekhandel 1889, 355.
Zijn portret is gelithographeerd door Ch. Binger.
Zie: Adresb. Bockh. 1856 (met portr.); Kruseman, Bouwstoffen I, 365, en Bijdr. Boekh. I, 49.
Zuidema