[Rink, Mr. Egbert Dirk]
RINK (Mr. Egbert Dirk), zoon van Mr. Steven Rink, geb. te Tiel in 1779, gest. aldaar 24 Febr. 1856, ontving zijn eerste en gymnasiale opleiding in zijn vaderstad. Hij werd 10 Oct. 1796 te Utrecht als student in de rechtswetenschap ingeschreven en werd daar in April 1798 tot doctor in de beide rechten bevorderd na verdediging van stellingen. Hij nam daarna de uitgebreide rechtspraktijk van zijn vader, die kort te voren was gestorven, over. In 1802 werd hij benoemd tot secretaris van den magistraat en van het gerecht van Tiel en Zandwijk. In 1811 legde hij zijn advocatenpraktijk neer, toen hij werd benoemd tot rechter in de rechtbank van eersten aanleg te Tiel. In 1814 werd hij benoemd tot rechter van instructie; in 1828 was hij waarnemend president. In 1838 werd hij bij gelegenheid der reorganisatie der rechterlijke macht benoemd tot president der arrondissements-rechtbank te Tiel, welk ambt hij tot zijn dood heeft bekleed. Bovendien nam hij tal van andere openbare ambten waar en nam hij zitting in tal van besturen. Hij koesterde warme belangstelling voor de geschiedenis van zijn vaderstad; reeds als secretaris had hij van de archieven ten stadhuize inzage genomen en daaruit een uitgebreid historisch materiaal geput. Dat onderzoek was steeds voortgezet, zoodat ten slotte als vrucht van een meer dan dertigjarigen arbeid kon verschijnen de Beschrijving der stad Tiel. Met plans en platen (Tiel 1836). Daarbij behooren nog Bijvoegsels en bijlagen tot de beschrijving der stad Tiel (Tiel 1836) en Vervolg van bijvoegsels en bijlagen tot de beschrijving der stad Tiel (Tiel 1847). Het geheele werk is nog altijd de grondslag voor het onderzoek der geschiedenis van de oude Geldersche stad; het bevat een overvloed van geschied-, oudheid-
en rechtskundige stukken en andere gegevens.
Zie: Tydeman in Hand. Lett., Levensb. 1856, 72 vlg.
Brugmans