Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Repelaer, Hugo (1)]

REPELAER (Hugo) (1), geb. te Dordrecht 1556, overl. aldaar Mei 1622, zoon van Anthonis Repelaer en Helena Cornelisdr. van Stralen. Hij is de stamvader van den nog bestaanden tak der familie, en legde den grond voor haar aanzien. Hij was eerst wijnkooper, maar kwam

[p. 1141]

door zijn huwelijk met Margaretha Brouwer Jansdr. in het bezit der brouwerij ‘de Sleutel’. In 1596 verkreeg hij van den toenmaligen bezitter der heerlijkheid Merwede 87 morgen uiterland enz. in eeuwige erfpacht. Voorts kwam hij als Acht en Schepen in de stedelijke regeering. In tegenstelling met zijn broeder Adriaen, wiens nageslacht spoedig tot den werkenden stand afdaalde, door het groot aantal kinderen (zijn zoon Adriaen, gehuwd met Francina van den Hatert, had er 14) kwam de nakomelingschap van Hugo tot steeds grooter aanzien. Zij vergat evenwel hare minder bedeelde familieleden niet, en stichtte een familiebeurs - ‘de Repelaerbeurs’ - welke nog thans de nakomelingen, in de mannelijke als vrouwelijke lijn, ondersteunt.

Zie: D.G. van Epen, Het Geslacht Repelaer, 10.

van Dalen