[Reael, dr. Jacob]
REAEL (dr. Jacob), gedoopt te Amsterdam 3 Apr. 1590, overl. 30 Maart 1639, zoon van Johan Pieterz. (die volgt), studeerde te Leiden, en was in 1623, 26 en 28 schepen zijner vaderstad. In 1625 was hij thesaurier-extraordinaris, in 1627 commissaris van de wisselbank, en in 1629 van kleine zaken. Hij werd in 1623 lid der Vroedschap, doch trad in 1629 als zoodanig af, daar hij, medegesleept in het faillissement van den vermaarden groothandelaar in granen Joost Willemsz. Niekerck, zijne betalingen moest staken. In 1633 liet hij zich te Leiden als student inschrijven en promoveerde in de Rechten 11 Maart van dat jaar. Hij was gehuwd met Machteld van Ruytenburgh, dochter van Pieter Gerritz. Zijne kinderen schijnen zich te Vlaardingen te hebben gevestigd, van welke plaats de Ruytenburghen heeren waren; althans zijn zoon Mr. Pieter (geb. 1628) werd aldaar baljuw en van zijne dochters huwde Alida met Nicolaas Vos, burgemeester, en Hillegonda met Adriaan Paspoort, secretaris van Vlaardingen.
Zie: Elias, De Vroedschap van Amsterdam, en Genealogie der familie Reael, M.S. ten archieve van Amsterdam.
Breen