[Reael, Mr. Andreas Anthonius]
REAEL (Mr. Andreas Anthonius), geb. te Amst. 31 Juli 1783, overl. aldaar 11 Maart 1856, was een zoon van Hubertus Anthony en Maria Catharina Stoutenberg. Hij werd in 1802 als student in de rechten aan het Amsterdamsch Athenaeum ingeschreven en promoveerde 7 Nov. 1806 te Utrecht op Theses iuridicae inaugurales, waarna hij zich te Amsterdam als advocaat vestigde. Tijdens de Fransche overheersching werd hij rechter-suppléant in de Rechtbank van eersten aanleg, wat hij tot omstreeks 1832 bleef. Bij K.B. van 13 Apr. 1824 werd hij benoemd tot lid van den Raad, en tevens tot wethouder. Dit laatste ambt bekleedde hij tot 31 Dec. 1848, terwijl hij als raadslid aftrad in October 1851. In 1840 was hij lid van de Dubbele Kamer, waarin de 13 ontwerpen tot grond wetsherziening werden behandeld, waarbij hij de vrijheid van onderwijs en de splitsing der provincie Holland bepleitte, terwijl hij behoorde tot de 29 tegenstemmers, die het 10e ontwerp, tot invoering der aftreding van de leden der kiezerscolleges, deden verwerpen. Ook was hij geruimen tijd, tot zijn overlijden, lid der Provinciale Staten van Noord-Holland. In 1824 trad hij op als commissaris van het Grootboek der Nationale Schuld. Voorts was hij gedurende vele jaren hoogheemraad van Amstelland en van den Zeeburger- en Diemerdijk, regent van de Gasthuizen en van het R.K. Oude armenkantoor; ook behoorde hij tot de leden van het Sint-Caeciliacollege.
Hij huwde 1 Dec. 1820 Theodora Christina Bouvy (geb. 16 Juni 1763, overl. 28 Mei 1843), dochter van Pablo Antonio en Petronella Catharina Jansen, sinds 2 Dec. 1819 weduwe van Joannes Baptista van Ceulen (in 1808 lid der Amsterdamsche Vroedschap).
Mr. A.A. Reael voerde hetzelfde wapen als het protestantsche regentengeslacht Reael.
Breen