[Pot, Gerrit van der]
POT (Gerrit van der), heer van Groeneveld in Delfland, geb. 19 Februari 1732 te Rotterdam als zoon van Willem van der Pot en Sara Bosch, overl. aldaar 19 Maart 1807, oefende in zijn geboortestad het bedrijf van koopman en suikerraffinadeur uit. Maar vooral was hij verzamelaar van schilderijen, zoodat zijn kabinet in de Korte Hoogstraat een groote vermaardheid verkreeg. Met name de bloemschilder, schilderijenkoopman en tevens restaurateur Pieter Joseph Thijs te Brussel kocht veel voor hem. Na van der Pots dood werd het kabinet 7 Juni en volgende dagen van 1808 verkocht. De verzameling bestond uit 159 nummers en bracht bij den verkoop ruim ƒ 127.000 op. Voor rekening van den koning van Holland werd voor een bedrag van ƒ 101.881 gekocht, welke schilderijen, waaronder een groot aantal meesterstukken, den grondslag van het tegenwoordige Rijksmuseum te Amsterdam hebben gevormd.
Gerrit van der Pot was sterk patriotsch gezind en had zich in de politieke woelingen dier dagen geenszins op den achtergrond gehouden. Toen in 1787 het Pruisisch leger onze grenzen overtrok en nog voordat zijn banvonnis door het Hof van Holland was uitgesproken, vluchtte hij naar Brussel, waar hij tot het laatst van 1795 verblijf hield. Daarop keerde hij naar Rotterdam terug, waar hij nog hetzelfde jaar tot raad en wethouder werd gekozen, welke ambten hij tot October 1797 heeft waargenomen.
Van der Pot huwde 19 Sept. 1752 met Alida Viruly, hertrouwde 25 Oct. 1773 met Maria Elisabeth Brakel en huwde 18 Febr. 1798 voor de derde maal op 66-jarigen leeftijd, met de 25-jarige Wilhelmina Maria