[Poortvliet, Mathias]
POORTVLIET (Mathias), abt der Cisterciënserabdij Oldeklooster of Bloemkamp 1461-87, overleed in het klooster zijner orde Godshof, Aula Dei, 24 Mrt. 1502. Vóór zijne verheffing tot abt was hij kapelaan of secretaris van zijn voorganger Ulboldus, die 1459 stierf. Volgens de kroniek werd Mathias eerst 1461 gekozen; of deze datum of de datum van het overlijden van zijn voorganger is verkeerd. De nieuwe abt was, zooals de meeste abten van dit tijdperk, een waar kloosterling, bij allen bemind om zijne deugden. Terwijl buiten een bloedige oorlog woedde, heerschte in het klooster vrede en rust en tevens eene groote bedrijvigheid in het herstellen en vernieuwen van bijna alle abdijgebouwen. Nieuwe klokken en kerkgewaden werden aangeschaft, een nieuwe bibliotheek en ziekenhuis gebouwd. 1472 had de abdij veel te lijden door een hoogen watervloed. Hierom liet de abt de dijken van het land voor de kloosterpoort verhoogen. Meermalen komt abt Mathias voor in oorkonden betreffende waterschappen en zijlen, of giften en overdrachten van eigendommen 1464, 1466, 1471, 1475, 1483.
27 Mrt. 1469 hernieuwde hij het huurcontract met de zusters van St. Franciscus van het Oegeklooster te Bolsward, een voormaligen uithof der abdij. Door den paus werd de abt van Bloemkamp gelast het klooster der Minderbroeders-Conventueelen van Bolswart te hervormen. 2 Jul. 1470 beveelt Paus Paulus II den bisschop van Utrecht uitspraak te doen over de Conventueelen van Bolsward, beschuldigd van een losbandig leven, wier hervorming hij aan den abt van Bloemkamp had opgedragen. Maar de abt heeft de hervorming niet tot stand kunnen brengen. Door eene bulle van Paus Sixtus IV, 1472 werd aan den vicaris der Observanten verklaard, dat de hervorming der Conventueelen, opgedragen aan den abt van Bloemkamp en daarna aan den bisschop van Utrecht ingetrokken is, en daarmede belast was de ministerprovinciaal van Keulen. Door deze bescheiden (Brom, Archivalia in Italie I, n. 490, 491, 1685) wordt het verhaal van Ocko Scharlensio, dat de Conventueelen van Bolsward met behulp van den abt van Oldeklooster door de Minderbroeders-Observanten verdreven zijn, te niet gedaan. 13 Juni 1484 gelastte Paus Sixtus IV den abten van Bloemkamp en Mariëngaarde, Nicolaas pastoor van Franeker, gepostuleerd tot abt van Lidlum O. Praem. op zijn verlangen door het convent als kanunnik aldaar te doen opnemen.
Nadat de abt 27 jaar aan het hoofd zijner abdij had gestaan, legde hij het bestuur neder in tegenwoordigheid van zijn vaderabt van Klaarkamp, Joannes van Goch, 1487. Hij sleet zijn overige dagen in rust in de nonnenabdij Aula Dei of Nyeklooster te Scharnegoutum en overleefde nog zijn opvolger. Hij stierf hoog bejaard en werd in Bloemkamp begraven.
Zie: M. Schoengen, De Kroniek van Bloemkamp in Arch. Aartsb. Utrecht XIX (1903), 184-185, 226; dezelfde, De Minderbroeders te Bolswart in Vrye Fries XX (1903) 188-190; Vriesch Chartb. I, 623, 662.
Fruytier