Cramer in Bibl. Reform. Neerl. V.; Bockmühl in Theol. Arb. XIII (1912) 118-120). Den 28. Nov. 1558 is Overd'haghe in allen gevalle nog te Wezel (A.A. van Schelven, De vluchtelingenkerken 431, 433), waar hij getuige is van hetgeen Franciscus Perrucellus, pred. der Waalsche kerk aldaar, tegen den senaat te Wezel had moeten klagen. Maar dat de diaken der Waalsche gemeente te Wezel, Pieter de Zutter, die van 1574 tot 1583 bij de vergaderingen der Wezelsche geref. classis aanwezig is (Simons, Synodalbuch I. Register), een zoon van Petrus Overd'haghe zoude geweest zijn, zooals sommigen meenen, is zéér onwaarschijnlijk. Veeleer mag men aan diens gelijknamigen zoon denken, die van 6 Sept. 1586 af te Leiden gestudeerd heeft.
Petrus Hyperphragmus de oudere is, na langen tijd te Wezel en, zooals de Wezelsche akten vermelden, in vriendschap met Henricus Bomelius verbonden, vertoefd te hebben, naar Emden verhuisd. 27 December 1573 heeft hij te Emden in de Groote kerk gepredikt. Maar zijne predikatie heeft bij de toehoorders alleenlijk misnoegen kunnen verwekken (Sepp a.w. 104) en langdurig is zijn verblijf aldaar niet geweest. In het jaar 1574 verliet hij Emden en vertrok naar Rotterdam. In 1581 vinden we hem te Gent. Nadat hij daarna te Serooskerke een tijdlang gewerkt had, werd hij door zekeren vrijheer van Poelgeest in 1595 naar Hoogmade beroepen. Hier kwam hij echter in aanraking met de synode, men wilde hem aldaar niet toelaten, indien hij geen kerkelijke getuigenis aanwijzen kon en niet ‘rite vocatus’ was. Daarom heeft hij, zooals het schijnt, besloten trots den ouderdom van 78 jaren, nog aan de universiteit te Leiden te gaan studeeren, waar hij 10 Juni 1598 in het Album studiosorum ingeschreven is. Daarna verliezen we zijn spoor; we weten niet, waar en wanneer hij overleden is.
Petrus Overd'haghe was een man van vroom karakter, maar hij was niet beslist gereformeerd. Veeleer stond hij - zooals van Haemstede - in verbinding met buitenkerkelijke kringen en zijne leer was van die dezer lieden, welke hij als broederen in Christus eerde, doordrongen. Johannes Anastasius Veluanus heeft hem deze wankelmoedigheid reeds in het jaar 1564 verweten (Theol. Arb. XIII (1912). 122).
Hij was gehuwd met Laurentia de Mets. Hoeveel kinderen uit dezen echt gesproten zijn, weten we niet. Men mag hem niet verwisselen met Pieter Hacchman, destijds pred. te Gent.
Zie: Bibliotheca Belgica i.v.: Zuttere en behalve de reeds gen. bronnen vooral: H. Jansen, Petrus Hyperphragmus etc. in Studiën en bijdragen op 't gebied der histor. theologie (Amst. 1880) 321-370; Werken der Marnix Ver. II: I, 12, 14-19; Bockmühl in Monats. f. Rhein-Kircheng. VI (1912), 89.
Bockmühl