Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1035]
| |
Gillis en van zijne tweede vrouw Johanna van Fornenbergh (zie kol. 1034). In 1688 was hij bij een reizenden troep tooneelspelers. In 1690 huwde hij Anna van Rijndorp (overl. 1727), eene zuster van den theaterdirecteur Jacob van Rijnsdorp, die de Haagsche en Leidsche schouwburgen bespeelde, en trad met dezen op als directeur van het gezelschap. In 1693 nam hij daarmede deel aan eene kunstreis naar Hamburg, in 1695 naar de Zuidelijke Nederlanden, van 1702-1704 door Duitschland en Denemarken; het gezelschap speelde o.a. geruimen tijd te Kopenhagen. In 1705 werd hij insolvent verklaard en hij komt na dien tijd niet meer als tooneelspeler voor. Zie: Kossman, Das Niederländische Faustspiel des 17. Jahrhunderts, 118, 125-127, 131, 134; dezelfde, N. Bijdragen tot de gesch. v.h. Nederl. toon. in de 17e en 18e eeuw, 10-13, 19, 24, 152. 160, 161. Worp |
|