[Noordaa, Jan Willem van der]
NOORDAA (Jan Willem van der), zoon van Simon Hendrik van der N., commissaris van politie, en Henriette Louise Grimm (zie onder); geb 23 Sept. 1827 te Dordrecht, overl. 9 Apr. 1880 te Rotterdam. Na de Latijnsche school zijner geboorteplaats bezocht te hebben, werd hij voor het notarisambt opgeleid, doch keerde weldra tot zijn vroegere studiën terug. Hij liet zich te Utrecht als jur. student inschrijven en promoveerde ald. 14 Dec. 1858 tot Mr. in de rechten, vestigde zich als advocaat te Dordrecht, waar hij in 1872 tot notaris werd benoemd. Vele andere maatschappelijke betrekkingen werden hem in den loop der jaren mede in deze stad opgedragen.
Sedert 1868 was Mr. J.W.v.d. Noordaa gehuwd met Hendrika Maria Elisabeth van Wisselingh, die hem vier kinderen. schonk.
Onder de vele vakken van kunst en wetenschap, die hij met goed gevolg beoefende, behoorden in de eerste plaars geschiedenis en penningkunde.
Zie: Schotel in Levensber. Letierk. 1881, 23, en Hooft van Iddekinge in Revue Num. Belg. 1880, 394.
Zuidema