[Nispen, Mr. Adriaen van]
NISPEN (Mr. Adriaen van), geb. te Dordrecht Juni 1633, overl. te 's Gravenhage 24 Sept. 1694, was de zoon van Abel van Nispen en Cornelia van Eertrycke. Hij studeerde sedert 11 Juni 1654 aan de Leidsche academie in de rechten. Na zijn promotie tot Juris Utriusque Doctor ging hij te Dordrecht wonen als advocaat. Eerst 23 April 1690 huwde hij er met Adriana van den Corput, die 25 Nov. 1697, zonder kinderen na te laten, overleed. Hij werd advocaat bij het Hof van Holland en vestigde zich te 's Gravenhage. Hij behoorde o.a. tot de advocaten, door Johan de Witt gekozen, om zijn broeder Cornelis te verdedigen. Alleen in zijn jonge jaren wijdde hij zich aan litterairen arbeid en schreef: De Grieksche Venus, vertoonende De beroemde Vrijagiën van Klitophon en Leucippe, Ismenias en Ismene, Leander en Hero Uyt 't Grieks vertaald en bijeengevoegt. Dit boekje bevat drie afzonderlijk gepagineerde vertalingen, waarvan de tweede en derde van 1651 zijn, en de eerste van 1652. De ‘opoffering’ aan den Heer Kornelis van Overstege is van den 20. van Slagtmaand 1651. Behalve een algemeene titelprent, Venus met Cupido voorstellende, heeft elke vertaling nog een eigen titel en prent: De beroemde Leucippe van Achilles Tatius. Uyt 't Grieksch vertaald door Adr. van Nispen; de Grieksche Ismene van Eustathius, en de rampzalige Leander van Musaeus, vertaald door Adr. van Nispen, welke laatste titel voor het derde stuk weer herhaald wordt. Achter de beroemde Leucippe volgt 't Leven van Achilles Tatius nagevolgd uyt Klaudius Salmasius. Er zijn lofverzen op de titelprent en op het beeld van Leucippe van K.J.
van Someren J.C. (2), J.M. de Castillejos (2), N. Vivien, F. van Hoogstraten en eenige naamlooze. De Grieksche Ismene heeft lofverzen onderteekend ‘Omnes non omnia’ en F. van Hoogstraten; de Rampzalige Leander van B. Pandelaart M.D. en Adriaan van Someren, M.D.: de etsjes zijn naar F. van der Merck door R. Persijn gesneden. Verscheyde voyagien ofte Reysen (Dordr. 1652) opgedragen aan Cornelis Vaens, schepen en thesaurier van Dordrecht. Dit zeldzame duodecimootje bevat zes reizen behalve de lofverzen en de opdracht. De reizen: Reys na Constantinopelen gedaan bij Jr. Joris van der Does; Reys na Hierusalem, gedaen bij Heer Adriaen de Vlaming, Raedt in Dordrecht; Reys door verscheyde landen, gedaen bij den Factoor van den doorluchtigsten Koning van Poortugael Emanuel de XIV, Reyse van Nicolaas Clenard, leeraar in d' Academy van Leuven (gedr. in 1651); Beschrijving van Turkyen; Voyagiën ende Beschrijvinge van 't Koninckryck van Siam, Moscoviën ofte Ruslandt, Ysland ende Groenlandt; De Spaansche Diana von George de Monte Mayor en de standvastige Rodanthe van Theodorus Prodromus, vert. door Adr. van Nispen. Beide vertalingen hebben een afzonderlijken titel en titelprent, geteekend door F.v. M(erck). Het is toegeeigend aan Mej. Jakomina Vaens en bevat lofverzen vn N., Jacomina Vaens, J. van Someren J. Ctus, C.D. B(everen) ‘Vertu Maintient’, N. de Vivien, C. van Overstege en J.M. de