pelijk onderzoek heeft hij ook in velerlei richting op historisch gebied ingesteld. Met name voor de geschiedenis van Overijsel heeft hij zeer veel gedaan. Hij was redacteur van den Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren, die twintig jaargangen beleefde (Deventer 1836-55); alle daarin voorkomende, met M. geteekende of ongeteekende bijdragen zijn van Molhuysen's
hand. Bovendien redigeerde hij Het Nederlandsch Letterblad (Deventer 1842-44). Ook in andere tijdschriften heeft hij zeer veel geplaatst. Als voorzitter van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis heeft hij zeer veel goeds tot stand gebracht. In Deventer en later in Kampen was hij het middelpunt van een wetenschappelijken kring. Afzonderlijk verschenen van hem de Catalogus bibliothecae Daventriensis I (Dev. 1832), een gelukkige proeve van systematische catalogiseering, en Register van charters en bescheiden in het oude archief van Kampen (Kamp. 1861-64, 3 dln.), een inventaris, die destijds zeer gewaardeerd werd. Molhuysen had veel belangstelling voor het spiritisme; hij had daarover een kleine boekerij verzameld, die na zijn dood door de stad Deventer voor de athenaeumbibliotheek is aangekocht.
Zijn portret is gelithographeerd door W.C. Chimaer van Oudendorp.
Zie: Sloet tot Oldhuis in Levensber. Lett. 1868, 196 vlg.; P. Nijhoff in Ned. Spect. 1865, 146, 153.
Brugmans