[Mist, Arnold Lambert de]
MIST (Arnold Lambert de), geb. te Kampen 6 Juni 1773, overl. te Alkmaar 8 Dec. 1835, de oudste zoon van den volg. uit diens huwelijk met Amelia Elisabeth Struberg, genoot zijn opleiding in zijn vaderstad en werd daarna naar Wezel gezonden (24 Jan. 1787), ter voorbereiding voor de universiteit. 16 September 1790 werd hij te Leiden student en promoveerde aldaar 28 Sept. 1792 tot dr. in de Rechten, waarna hij naar Kampen terugkeerde, en daar 22 Febr. 1794 tot lid der Gezworen gemeente gekozen werd. Twee jaar later werd hij aangesteld tot klerk ter secretarie van het ‘Commité tot de saaken der West-Indische kolonien’ (1 April 1796), en in Juli van het volgende jaar als secretaris toegevoegd aan den vice-admiraal Raders, die naar West-Indië uitzeilen zoude. Ook nadat uit vrees voor de Britsche vloot hiervan was afgezien, bleef hij in zeedienst, en woonde als vrijwilliger 11 Oct. 1796 op het schip van admiraal de Winter den zeeslag bij Kamperduin bij, met wien hij vervolgens, na zes weken in Yarmouth krijgsgevangen te zijn geweest, in het vaderland terugkeerde. Hij hervatte daarna zijne werkzaamheden bij het Commité en werd 14 Juli 1798 met een geheime opdracht over Frankrijk naar West-Indië gezonden, dat hij van Cayenne in November 1798 bereikte en in Juli van het volgend jaar over IJsland en Noorwegen weer verliet. 15 Mei 1801 volgde zijn bevordering tot eersten commies bij het Bureau der Indische zaken en tot substituut-chartermeester van den Aziatischen Raad en in Juli 1802 vertrok hij met zijn vader naar de Kaap, om dezen gedurende diens verblijf aldaar ter zijde te staan. Na zijn terugkeer, 2 Juli 1805, nam hij zijn ouden post weder op, maar werd in Juli 1811 door de keizerlijke regeering bij de maritieme
inspectie geplaatst en was vervolgens eerst commies bij 's Lands Rekenkamer, militie-betaalmeester te Deventer (1814), betaalmeester-generaal van het departement Gelder-