deel, dat den middentocht uitmaakte en bij hetwelk hij zich zelf bevond.
In de buurt van het eiland Stromboli kwam het op 8 Jan. 1676 tusschen de Nederlandsche en de Fransche scheepsmacht onder Du Quesne tot een hevigen strijd, waarbij de onzen, en onder hen van Middelandt, na met groote dapperheid te hebben gevochten, ten laatste den overmachtigen vijand deden afdeinzen. De schout-bij-nacht Verschoor, die de voorhoede had gecommandeerd, in dezen strijd gesneuveld zijnde, werd van Middelandt in zijn plaats voorloopig tot schout-bij-nacht benoemd. In die hoedanigheid was hij, in het eskader van den vice-adm. den Haen, tegenwoordig bij den zeeslag omtrent den berg Etna op 22 April 1676, in welken de Ruyter doodelijk werd gewond.
Bij den aanval op 2 Juni 1676 door de Franschen op de Nederlandsch-Spaansche vloot in de baai van Palermo gedaan, werd onder anderen het schip Steenbergen (68 st.) door van Middelandt gevoerd, door een brander aangestoken. Van Middelandt, die reeds eenige dagen vóór den slag onpasselijk was geweest, in dezen hachelijken toestand zijn leven trachtende te redden, sprong door een der poorten van de kajuit in zee, met het noodlottig gevolg, dat hij verdronk.
Zijn grafbord, herkomstig uit de St. Janskerk te Gouda, bevindt zich in het sted. mus. aldaar. Een afbeelding daarvan zooals ook van de Steenbergen is te vinden in de Januari-afl. 1912 van Eigen Haard (art. J.F.L. de Balbian Verster).
Van M. liet als weduwe na Jannigje Hasevelt. Van zijn kinderen was zijn oudste zoon, Huybert, in 1678 kapitein ter zee.
Een andere zoon, Jan, notaris en procureur te Gouda, trouwde 9 Febr. 1696 met Dirkje Vlacq, een dochter van den bekenden zeekapitein Roemer Vlacq (II kol. 1506).
Zie: Brandt, Leven van de Ruyter, 993; de Jonge, Nederlandsche zeewezen III, 1 st., 300, III, 2 st., 206, 210; Cat. v.h. sted. mus. te Gouda, 32.
Huges