[Metzlerus, Johannes Georgius]
METZLERUS (Johannes Georgius), geb. te Heidelberg, werd in 1680 pracceptor der 5e klasse aan de Illustre school te Dordrecht, in 1685 conrector en in 1694 rector. Hij stond bekend als een uitstekend letterkundige en goed latijnsch dichter. Ten gevolge van een geschil met curatoren werd hij in 1697 ontslagen. De aanleiding daartoe was: de commensalen hadden een bijzondere bank in de Augustijnenkerk, waarvan een hunner custos of sleutelbewaarder was. Metzlerus gaf den sleutel aan den zoon van mevr. Reepmaker. Deze weigerde hem, gelijk ook de zoon van den baljuw Cornelis Eversdijck en twee anderen. In gramschap ontstoken, zette hij de vier weerspannigen des avonds tusschen acht en negen uren op straat. Zij begaven zich tot den president-curator, en het vonnis van den rector was onherroepelijk geveld. Metzlerus was 21 Nov. 1694 te Dordrecht getrouwd met Lucretia 't Hooft, dochter van Adriaan 't Hooft, uit welk huwelijk twee kinderen vermeld worden: Melchior, die muntersknaap was en ongehuwd overleed, en Georgius, die 29 Oct. 1696 te Dordrecht geboren werd.
Zijn vrouw overleed 4 Mrt. 1738 te Dordrecht; zijn overlijden is niet te vinden.
Zie: Schotel, Ill. School, 95.
van Dalen