[Leydekker, Cornelia]
LEYDEKKER (Cornelia), dochter van Joachim L., koopman te Middelburg, en Geertruida Manteau, en zuster van Melchior (2) en Jacobus, geb. Maart 1654 te Middelburg, ongehuwd naar het schijnt, in of na 1722 overl. Zij was zeer ervaren in de Hebreeuwsche taal en beoefende met veel vrucht de godgeleerdheid. Zij schreef: Middelburgsch Weeklage over het schielijk overlijden van D. Petrus Loccher (Midd. 1694); Ernstige zielsbetrachtingen over het heilig avondmaal (Amst. 1695); Brieven ter vertroosting over het afsterven van Godzalige vrienden (Leid. 1695); Zions klachten, over het zalig afsterven van koninginne Maria Stuart, (Utr. 1695); Het zweerd des Heeren en der Helden van Nederland en Engeland (Utr. 1707), en een voorrede voor H. de Frein, Het kaartspel (1719).
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen II, 63; Frederiks en van den Branden, Biogr. Woordenboek 468.
Molhuysen