[Leeuwen, Mr. Johannes Diederick van]
LEEUWEN (Mr. Johannes Diederick van), zoon van Arnoldus van Leeuwen en Cornelia Farret, geb. te Tiel 26 Febr. 1737, gest. aldaar 8 Maart 1817, werd in 1756 te Utrecht als student ingeschreven. Reeds 20 April 1758 promoveerde hij daar tot doctor in de beide rechten op een Dissertatio juridica inauguralis de juris studiosis (Traj. ad Rh. 1757, 1758, 2 dln. 4o.). 4 April 1764 werd hij benoemd tot adjunct-secretaris der stad Tiel. In 1765 werd hij benoemd tot advocaat-fiscaal en ontvanger-generaal der gemeene middelen van het kwartier van Nijmegen te Tiel. Als vurig patriot was hij betrokken bij de Tielsche woelingen van 1786 en 1787; in Nov. 1787 werd zijn huis geplunderd. In 1796 werd hij gekozen door het district Tiel tot lid der Nationale Vergadering. In 1797 werd hij herkozen tot lid der Tweede Nationale Vergadering, thans door het district Buren. Hij behoorde tot de scherpe Unitarissen en bleef dan ook zitting houden na den staatsgreep van 22 Jan. 1798 in de Constitueerende Vergadering; ook had hij zitting in de Intermediaire Wetgevende Vergadering, die na den staatsgreep van 12 Juni 1798 werd bijeengeroepen. Van 1805 tot 1810 was hij ontvanger der beschreven middelen te Tiel. Hij gaf uit een boek Over de schadelijkheid der begravenissen binnen de steden en kerken (Middelburg 1785); ook was hij met anderen de stichter van het zoogenaamd patriotsche kerkhof buiten Tiel. Verder maakte hij zich op historisch gebied verdienstelijk door de uitgave Auctoris incerti Chronicon Tielense sive majoris chronici pars ultima et maxime notabilis. Ex archetypo primum edidit adnotationesque addidit J.D. van Leeuwen (Traj. ad Rh. 1789). Het uitgegeven gedeelte was het zesde boek; de eerste vijf zijn van weinig
belang; de gewone meening, dat het Chronicon Tielense zeer veel aan Beka heeft ontleend, is bestreden; volgens dr. H.P. Coster is het Chronicon juist een oudere bewerking van Beka. Van Leeuwen huwde 1o. te Ochten 18 Oct. 1762 met Adriana Gerarda Johanna van Altena, geb. te Tiel 13 Jan. 1741; 2o. te Vaassen 7 Oct. 1777 met Johanna Henrica ab Hoogland, geb. te Vaassen 19 Mei 1743, gest. te Kerk-Avezaath 8 Juli 1795; 3o. te Kerk-Avezaath 28 Mei 1799 met Jacoba de Roever, wed. van Hendrik Luymes, geb. te Nijmegen 9 Maart 1749, gest. te Tiel 25 Mei 1844.
Zie: de Wind, Bibliotheek van Ned. geschiedschr., 73 vlg., Muller, Lijst van N. Ned. kron., 65; Coster, De kron. v. Joh. de Beka, 57 vlg.; Colenbrander Gedenkstukken II, 195, 698; Rogge, Gesch. der Staatsreg., passim (op pl.