[Koning, Gerrit van Enst]
KONING (Gerrit van Enst), zoon van Jacobus Koning en Hermina Catharina van Enst (kol. 849), geb. te Amsterdam 13 Sept. 1794, gest. aldaar 1 Oct. 1853. Hij genoot zijn opleiding te Amsterdam en werd daarna geplaatst aan het ministerie van justitie. Na den dood van zijn vader (2 April 1832) volgde van Enst Koning dezen op als griffier van het kantongerecht, welk ambt hij tot zijn dood toe heeft bekleed. Hij was een invloedrijk bestuurslid van het tweede departement Amsterdam der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en hield daar meer dan eens voorlezingen, vooral over de geschiedenis van Amsterdam, waarin hij veel belang stelde. Hij heeft daarvan en ook van zijn poëzie weinig in het licht gegeven. Zijn voornaamste werk is Het huis te Ilpendam en zijne voornaamste bezitters (Amsterdam 1836). Hij huwde in 1819 Susanna Anna Agatha Fokke.
Zie: Scheltema in Hand. Lett. 1854, 19 vlg.; dez. Aemstels Oudheid II, 99 vlg.
Brugmans