[Kley, Joannes]
KLEY (Joannes), Cley, geb. omstreeks 1345, overl. 1445 op het feest van St. Gallus 16 Oct. in de Cisterciënserpriorij Sibculo bij Hardenberg, kwam aangetrokken door den roem van het heilig leven der Cisterciënsers van IJsselstein zijne opname in dit klooster verzoeken. Ofschoon reeds meer dan 50 jaar oud en sinds lang werkzaam als wereldsch priester, doorstond hij de beproeving van het noviciaat, en legde 1407 zijne kloostergeloften af. Vol ijver voor den bloei en hervorming zijner orde, was hij een groote steun bij de oprichting van het klooster te Warmond, waar hij 1413 tot eersten prior werd benoemd. Toen hij na eenigen tijd afstand had gedaan, werd hij tot prior in Sibculo gekozen, 1415 of 1417. Als zoodanig was hij een der groote bevorderaars om de colligatie van Sibculo, eene vereeniging van de drie kloosters IJsselstein, Warmond en Sibculo, tot stand te brengen. Na een driejarig bestuur van Sibculo of Groot-Gallilea, werd hij geroepen om de Cisterciënserabdij Godschool of Ihlo bij Aurich te besturen. Deze abdij was uit haar diep verval opgericht door den hervormer der Cisterciënsers in Nederland, Boyngus (kol. 190) en door hem zelf een tijd bestuurd. Als opvolger had hij waarschijnlijk Joan. Kley aangewezen, steeds bereid voor het welzijn zijner orde zich geheel op te offeren. Na eenige jaren keerde Joan. Kley naar Sibculo weer en meende daar zijne nog overige jaren in stilte en eenzaamheid door te brengen, maar in Warmond koos men hem voor de tweede maal tot prior. Eindelijk na een bestuur van twee jaren keerde hij terug naar Sibculo en leefde nog vele jaren als een stichtend voorbeeld zijner medebroeders. Hij overleed aldaar bijna 100 jaar oud.
Zie: Hist. ep. Daventr. 148; Bijdr. Bisd. Haarlem XXXIII (1910), 38, 52.
Fruytier