Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Klaver, Adriaan]

KLAVER (Adriaan), geb. te Alkmaar, ged. 19 Nov. 1750, zoon van Pieter K., wijnkooper, en Anna Ouburg, als student in de rechten te Leiden ingeschreven 2 Juli 1769, in zijne geboortestad schepen in 1774, 75, 77, 78, 80, 81, 83, 84 en 86, vroedschap geworden 5 Maart 1778, als zoodanig en als kapitein van het groene vaandel der schutterij tot de patriotsche partij behoorende en de wapenoefeningen bevorderende, tot schout benoemd 12 Dec. 1786, zijne betrekkingen verliezende bij de regeeringsverandering van 30 Mei 1788. Als schout vervolgde hij, hoezeer daartoe verplicht, zijne medeburgers niet wegens hunne politieke handelingen, en ontnam, door het vernietigen van onder hem berustende papieren, ook de gelegenheid daartoe aan zijne opvolgers. Heemraad van de Heerhugowaard was hij in 1778, 79, 82, 86, 87 en zelfs in 90-94, en heemraad van stadswege van de Schermeer in 1782, 83, 85 en 86. In Januari 1795 trad hij weder op den voorgrond. Den 19. ging hij met andere leden van het comité-revolutionnair den president-burgemeester op het stadshuis spreken en ontwrong hij dezen den sleutel van de wapenkamer, waarop hij de buiten wachtende burgers van wapenen voorzag, in weerwil van een officier der daar geplaatste ruiterij. Twee dagen later verwierf hij de meeste stemmen van de 19 verkozen representanten der burgerij, die hem tot hoofdofficier aanstelden, en 22 Maart

[p. 843]

wederom van de 22 verkozen bestuursleden, die hem tot maire benoemden. De Prov.-Representanten van het Volk van Holland benoemden hem 2 April tot baljuw van de Nieuwburgen, 23 d.a.v. tot ontvanger der gemeenelandsmiddelen te Alkmaar. In laatstgenoemde betrekking had hij ook gelden te ontvangen, welke niet tot zijn ambt behoorden, en, naar hij beweert in zijne verdediging, had hij meermalen te vergeefs te 's Gravenhage gevraagd, wat hij daarvoor in rekening kon brengen; hij redde dus zich zelf en rekende o.a. f. 5000 voor makelaarsloon wegens het bij hem gefourneerde in de geforceerde geld- en loterij-negociatie. Ook veronderstelde hij, dat ruim f. 4100 uit zijn kantoor kon ontvreemd zijn, toen daar een standje had plaats gehad. Hoe het zij, op zijne maandstaten, welke hij 5 Juni 1796 persoonlijk aan den president der commissie van financiën te 's Gravenhage kwam aanbieden, had hij f. 12000 (zijne borgen waren ook voor zoodanig bedrag verbonden) als aan hemzelf betaald uitgetrokken. Nog 's avonds werd hij in zijn logement gevangen genomen, den volgenden dag op de Voorpoort gebracht, 21 Febr. 97 door het comité-provinciaal van Holland van zijn post vervallen, infaam en inhabiel voor eenige betrekking verklaard, voor 12 jaren uit de provincie verbannen en veroordeeld in de kosten, na betaling waarvan hij 13 Maart op het territoir van Utrecht werd vervoerd. Een verzoek, 5 Juni tot het provinciaal bestuur gericht om herziening en vernietiging der gevoerde procedure, werd van de hand gewezen. Te Vreeland schreef hij en gaf te Amsterdam bij J. Verlem uit: Appèl aan het souvereine volk van Holland of justificataire memorie wegens het gedrag van Adriaan Klaver, J.U. Doctor En weleer Ontfanger van 's Lands gemeene middelen der Stad Alkmaar, en den ressorte van dien.

Klaver is driemaal gehuwd geweest: 27 Juni 1773 met Anna Maria de Vries, begr. 6 Sept. 1777; 2 Aug. 1778 met Magdalena Hillegonda Donis, begr. 10 April 1781; 12 Dec. 1784 met Geertrui Waarts, weduwe van Jan Waarts, aan wie hij een der fraaiste huizen van Alkmaar betrouwde. Hij had 8 kinderen, waarvan er één gedurende zijn gevangenschap overleed. Waar en wanneer hij stierf, is mij niet gebleken; onder de door A. Hulk gegraveerde medaillon-portretjes komt het zijne voor als hoofdofficier en raad 1787.

Zie: Bruinvis, Het Patriotisme te Alkmaar 1781-91 (Alkm. 1886) sparsim; Een Eeuwgetijde in Alkm. Courant 1895, nr. 35, Het huis ‘het Moriaanshoofd’ te Alkmaar en zijne bewoners in Bredius- Album (1915) 11.

Bruinvis