[Kemp, Adriaan Carel Johan van der]
KEMP (Adriaan Carel Johan van der), zoon van Diederik Carel van der Kemp en Johanna Sabina Schüller, geb. te Amsterdam 23 Juli 1838, gest. te 's Gravenhage 24 Juli 1899. Hij genoot zijn eerste opleiding in zijn vaderstad en werd daarna in 1857 als student in de godgeleerdheid aldaar ingeschreven; hij genoot hier vooral het onderwijs van Moll, tot wiens school van kerkhistorici hij heeft behoord. 12 Maart 1858 en 20 Nov. 1859 was hij ook te Utrecht ingeschr.; 24 Sept. 1861 werd hij als student ingeschreven te Leiden, waar hij de colleges volgde van Scholten en Kuenen; nog meer dan te Amsterdam neigde hij hier naar de modernerichting, waaraan hij zijn leven lang getrouw is gebleven. In October 1863 deed hij zijn proponents-examen. In Nov. 1864 werd hij beroepen naar Noordwijkerhout, waar hij 19 Maart 1865 zijn intrede deed. In 1875 nam hij het beroep naar Spankeren aan, waar hij 14 Juli 1875 zijn ambt aanvaardde. In beide standplaatsen heeft hij zeer veel gedaan voor de verbreiding der modern-godsdienstige beginselen. De ongunstige toestand van zijn gezondheid noopte hem reeds in 1887 emeritaat aan te vragen; hij vestigde zich toen te Apeldoorn, waar hij als voorganger van de afdeeling van den Protestantenbond nog eenige jaren nuttig werkzaam was. In 1892 nam hij ook uit dat ambt zijn ontslag en vestigde zich te Arnhem, waar hij zich voornamelijk aan kerkhistorische studiën wijdde. In 1897 ging hij in den Haag wonen, waar hij ook is gestorven. Van der Kemp was een bekwaam kerkhistoricus, die door allerlei omstandigheden minder heeft geproduceerd dan hij zelf wenschte. Behalve tijdschriftartikelen over de Duitsche ‘Gottesfreunde’ en de Nederlandsche devoten, over de bedevaarten, over Willem Baudart en over de
Nederlandsche gasthuizen gaf hij een uitnemende monographie Kerkelijk leven te Arnhem (1578-1815), Bijdragen tot de geschiedenis der Ned. Herv. gemeente van Arnhem (Arnhem 1896).
Van der Kemp huwde in Februari 1865 met