blijkt, dat de abdis Reinalde zich verdienstelijk gemaakt heeft door ijverig de rechten van haar klooster te handhaven en zoo de inkomsten van het niet bemiddelde klooster te vermeerderen. 18 Mei 1488 ontving zij het bezoek van den beroemden abt van Baumgarten, Nicolaus Salicetus, die als commissaris-generaal zijner orde een onderzoek kwam instellen in de kloosters der orde van Cîteaux. Hij verbood uitdrukkelijk aan de abdis van Assen nonnen aan te nemen boven het vastgesteld getal, tenzij de ouders zooveel meegaven, dat in haar onderhoud kon worden voorzien. 1501 waren in de abdij 12 nonnen en de abdis met de priorin en de keldersche (celleraria).
18 Dec. 1493 ging de abdis Jarghes bij den officiaal te Utrecht in appel van het vonnis van den deken van Drenthe, zoodat de geappelleerden verplicht waren aan Elisabeth Maurisse, non te Assen, een derde der nalatenschap van hare ouders te laten volgen, 17 Dec. 1493.
Haar broeder Coppijn schonk bij testament aanzienlijke giften aan de abdij ten voordeele der nonnen onder zekere voorwaarden vastgesteld door oorkonde der abdis, 1501, waarbij aan de non Alijt, dochter van Coppijn Jarghes, gedurende haar leven eenige voorrechten werden toegestaan. 11 Mei 1484 en 1486 had de abdis aan haar broeder kwijting gegeven op hetgeen hij afbetaalde voor de medegave van zijn dochter Alijt. Een Peter Jarghes, en Everhard Jarghes, pastoor van St. Walburgis te Groningen, beiden wellicht bloedverwanten der abdis, komen op dit tijdstip in oorkonden van Assen voor. Wilhelmus Frederici, de beroemde pastoor van St. Martinus in Groningen en vriend der Cisterciënsers, trad als scheidsrechter op in een erfenis van wijlen Mr. Joh. van de Velde, pastoor der kerspelkerk te Warfum, waar de abdis opkomt voor de rechten van Zuster Beerte, 30 Aug. 1508. Een kwijtbrief van de prove en medegave van Beerte, dochter van Hendrick Die Voss was geteekend door de abdis 9 Aug. 1502. De pastoor Wilh. Frederici komt met den pastoor Everh. Jarghes nog voor in oorkonden voor het belang der abdij 8 Apr. 1516.
De oorlogen van dien tijd en de belegeringen van Groningen in 1506 en 1514 brachten aan de abdis zware zorgen en de verplichting aanzienlijke sommen aan haar landsheer, den bisschop van Utrecht, Frederik van Baden, ter leen te geven. Deze verklaart dan ook 29 Maart 1510, 100 goudguldens en 16 Aug. 1510, 250 gulden van het klooster Assen te hebben ontvangen. Tevens blijkt uit de oorkonde, dat hij reeds meer voorschotten had ontvangen van de abdis. Niettegenstaande de belofte alles binnen de twee jaren terug te betalen werd nooit aan de abdij eenige vergoeding gegeven. 1515 gaven de burgemeesters en raad van Groningen aan de abdis Reynold Jarghes en haar konvent te Assen vrijdom van weg- en bruggegeld over de Punterbrug en vrijdom van accijns op wijn en hamburgerbier ‘om de sunderlinge gunst ende waldaet van de Vrouwe Abdis en het Konvent.’ Waarschijnlijk staat deze weldaad in verband met de belegering van Groningen. Van het overlijden der abdis vindt men niets vermeld.
Zie: Magnin, De voormalige kloosters in Drenthe, (Gron. 1835), 152, 158, 167-170; Joosting, Het archief der abdij Assen (Leiden 1906) 64-77.
Fruytier