Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 790]
| |
van Hulkenroy en Ester Jagers, dat 19 Apr. 1683 te Haarlem werd voltrokken, behoorden tot het uitgebreide geslacht van Hulkenroy, dat ongeveer een eeuw lang (1684-1761) de boekdrukkunst te Haarlem beoefend heeft. Ook zij waren boekdrukkers van beroep, terwijl beider namen voorkomen onder die van haarlemsche rederijkers. Mozes, oudste zoon uit het vermelde huwelijk, ged. te Haarlem 5 Mrt. 1684, begr. aldaar 18 Dec. 1762, in 1705 als gildebroeder ingeschreven, wordt van 1719 af enkele malen als vinder van het boekdrukkersgild vermeld. Verscheidene jaren was hij factor van de vlaamsche kamer ‘de Witte Angieren’ onder de zinspreuk ‘In Liefde Getrouw.’ De stedelijke bibliotheek te Haarlem (Cat. C 70) bewaart een tiental van de door hem vervaardigde jaarzangen. Aäron, ged. te Haarlem 27 Dec. 1687 en aldaar begr. 24 Sept. 1733, ingeschreven in het gildeboek 11 Nov. 1715, was van 1717 tot aan zijn dood factor van de kamer ‘de Wijngaardranken’ onder de zinspreuk ‘Liefde bovenal.’ Behalve jaarverzen, waarvoor hij de stof grootendeels aan het Nieuwe Testament ontleende (Ekama, Cat. I, 309), dichtte hij een lijkzang Haarlem in Rouw over het afsterven van den wijdberoemden dichter Lucas Schermer (achter Lucas Schermer's Poëzy, (Haarl. 1712 en latere uitgaven). Voorts gaf hij Het vermaaklijk buitenleven of de Zingende en Speelende Boerenvreugd. Met Zangkunst verrijkt en tot gemak der Speelers op de G sleutel gesteld (Haarl. 1716), met pl. naar A.v. Ostade, terwijl hij de uitgave bezorgde van Violante en Valeran. Treurspel door A. Groeneveld (Haarl. z.j.), dat na den dood des dichters in het licht verscheen. Over deze drukkersfamilie, waarvan de onderscheidene leden ‘zich wel door Oud-Testamentische namen, maar geen van allen door schitterende uitgaven hebben onderscheiden’, zie: T(iele) in het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 18 Mei 1865; Allan, Gesch. en Beschr. van Haarl. I, 367 en Cat. der Tentoonst. van Boek- en Prentkunst binnen Haarl. in vroeger eeuwen (Haarl. 1913) 36. H.E. Knappert |
|