Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Homoet, Jan Jacob]

HOMOET (Jan Jacob), geb. 18 Nov. 1818 te Scherpenzeel, overl. 16 Febr. 1908 te Arnhem. Hij volgde de lessen aan het gymnasium te Zwolle en werd op 4 Jan. 1826 te Utrecht ingeschreven als student in de geneeskunde. 22 Dec. 1842 promoveerde hij na verdediging van eene dissertatie De Dementia. Daarna vestigde hij zich te Arnhem, waar hij steeds werkzaam is geweest en gedurende ruim 60 jaar de praktijk heeft uitgeoefend. Als medicus en vriend werd hij bijzonder gewaardeerd, omdat hij zijne talrijke patiënten uit alle standen der maatschappij behandelde met die zorgvuldigheid en hartelijke belangstelling, die maakte, dat men het volste vertrouwen in hem stelde.

In de Nederl. Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft hij eene belangrijke rol gespeeld als mede-oprichter, hoofdbestuurder en adviseerend lid, tot welk eereambt hij benoemd werd, toen hij in 1902 aftrad als lid van het hoofdbestuur. Hij behoorde tot hen, die den eersten stoot gaven tot de oprichting van volkssanatoria voor borstlijders hier te lande, en bepleitte de wenschelijkheid daarvan in eene voordracht, gehouden in eene vergadering van de afd. Arnhem en Omstreken der Ned. Maats. t. bev. d. Geneesk., die tot titel droeg Over klimatotherapie bij phthisis. Eenmaal hiermede aangevangen, zette hij dit werk voort, nam als voorzitter zitting in het bestuur der ‘Vereeniging tot oprichting en exploitatie van

[p. 769]

Volks-Sanatoria voor borstlijders in Nederland’ en bracht door zijn optimisme en vasthoudendheid, die de voorkomende moeilijkheden wisten te overwinnen, zeer veel bij tot de stichting van het Sanatorium te Hellendoorn, bij de opening waarvan hij op 30 Mei 1902 eene rede hield, die blijk gaf van zijne uitgebreide kennis van hetgeen dienaangaande in andere landen verricht was. Gedurende bijna 10 jaar was hij voorzitter van het hoofdbestuur dezer inrichting en als zoodanig steeds met jeugdig vuur en grooten ijver werkzaam.

Op wetenschappelijk gebied leverde hij enkele bijdragen, t.w. met Chir. J.K. van den Broek, Gerechtelijk-geneeskundig verslag omtrent een tweeling-moord, in Tijds. der Ned. Maats. t.b.d. Geneesk., 1851, 2de Afd. 63; verslag over de in Nederland in 1852 uitgegeven werken aangaande ziekten van het zenuwstelsel, psychiatrie, gerechtelijke geneeskunde en gezondheidsregeling, Ibid. 1853, 2de Afd. 273, hetzelfde Ibid. 1855, 2de Afd. 78 en lxv; Geneeskundige armverzorging in Arnhem, in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1897, I, 248; Over klimatolheropie by phthisis in Geneesk. bladen, IV, 6 (Haarl. 1897).

Zie over hem: In memoriam Dr. J.J. Homoet door C.E. Daniels, in Ned. Tijds. v. Geneesk., 1908, 581; hetzelfde (met portret) door R. de Josselinde Jong, in Verslag over het jaar 1907 van de Vereeniging tot opricht. en expl. van volkssan. voor borsll. in Nederland.

Simon Thomas