stand der kerken in Indië; de laatste schonk hem als bewijs van waardeering 1200 gulden.
Ernstig candidaat was hij voor het rectorschap van het gewenschte theol. seminarie te Batavia. Hij werd echter predikant te Wijk bij Duurstede. Hier gaf hij eene revisie van de maleische vertaing van eenige bijbelboeken. Hij bleef ongehuwd en wordt geprezen om de reinheid zijner zeden. Een aanzienlijke geldsom bestemde hij voor eene studiebeurs.
Hij schreef voorts: Schriftelijk rapport aangaende de gelegenheyt van 't eyland Ende, tot het voortplanten van de Christelijke religie en van wegens de gelegenheyt van Bali 1638, uitgeg. door P.A. Leupe in de Bijdragen van de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederl. Indië, III, 253; Vocabularium ofte Woordenboeck in 't Duitsch en Maleisch, eertyds gecomponeerd en uitgegeven door Casparum Wiltens ende Sebastiaen Danckaerts, ende nu met meer dan 3000, soo woorden als manieren van spreken, vermeerdert uyt de Schrijften van Jan van Hosel ende Albert Ruyl door J.H. (Amst. 1650); later vermeerderd door de predikanten Fred. Gueynier en Melch. Leydecker (Batavia, 1707, 1708); Over de IV Evangelisten en Handelingen der Apostelen in 't Nederduytsch en Maleisch (Amst. 1651).
Zie: van Troostenburg de Bruyn, Biogr. Woordenb. van O.I. Pred., 179.
Herderscheê