thal voor het Hollandsche en de Oostenrijksche luitenant-generaal, graaf de Nava, voor het Oostenrijksche garnizoen, ieder bij afzonderlijke capitulatie, zij 't ook volgens het advies van den krijgsraad, de vesting overgaven, waarbij het garnizoen (± 3000 man), met uitzondering van hen beiden, in krijgsgevangenschap geraakte.
Ook ten aanzien van de overrompeling van Bergen-op-Zoom in den vroegen morgen van 16 Sept. 1747 kan Willem Lodewijk, als gouverneur van die vesting, niet van schuld worden vrijgepleit, al was dan ook de opperbevelhebber van het geheele zuidelijk frontier van Bergen-op-Zoom tot Grave, de 85-jarige generaal Cronström, in de vesting aanwezig, en al is van hem getuigd, dat hij op den dag der overvalling flinke maatregelen heeft getroffen, om te trachten die te keer te gaan, en dat hij, als leider van den aftocht van het grootste gedeelte der bezetting, veel beleid heeft aan den dag gelegd. Die tegenslagen schijnen evenwel aan zijne populariteit geen afbreuk te hebben gedaan.
Na zijn dood is zijn lijk van Breda naar 's Gravenhage overgebracht, en in het praalgraf van zijn vader in de Groote kerk bijgezet.
31 October 1724 huwde hij met Wilhelmina Charlotte, prinses van Anhalt-Bernburg-Hoym (24 Nov. 1704 - 21 Dec. 1761); zij vond haar dood door het springen van een kruitmagazijn te Maastricht (Maasgouw 1888).
Drie zijner zonen zijn in Staatschen dienst geweest:
1o. Frederik (13 Febr. 1727 - 15 Nov. 1777) kreeg 3 Mei 1745 commissie als ritmeester in het regiment van den generaal-majoor van Schak en 14 Juli 1749 als ritmeester, met rang van luitenant-kolonel, van de ‘lijfcompagnie in het regiment guardes te paard van Zijne Hoogheid’. Hij schijnt na het overlijden van zijn vader den dienst te hebben verlaten; zijn naam komt althans voor 't laatst voor in het Naemregister der heeren militaire officieren van het jaar 1761; hij is kinderloos overleden;
2o. Karel Willem (7 Febr. 1734 - 2 Febr. 1764) diende van 1761 af in het cavalerie-reg. van Buys;
3o. Adolf (28 Juni 1742 - 17 Juli 1803), die zijn broeder Frederik in 1777 als landgraaf opvolgde, trad reeds op zijn 13e jaar als vaandrig in dienst bij de Hollandsche garde te voet, doorliep de verschillende rangen en werd 18 Jan. 1771 kolonel-commandant van het 3e regiment Oranje-Nassau. In 1774 op verzoek ontslagen, ging hij over in Pruisischen dienst, waarin hij den rang van gener. der infant. behaalde.
Hunne zuster Ulrica Eleonora (27 April 1732 - 2 Febr. 1795) trouwt 26 Juni 1755 met hun en haar neef Willem van Hessen-Philippsthal (zie kol. 739).
Gewoonlijk komt het woord Barchfeld bij de naam der landgraven en prinsen van dezen tak niet voor; meestal worden zij, evenals die van den ouderen tak, eenvoudig Hessen-Philippsthal genoemd, hetgeen meermalen aanleiding is geweest dat zij in boeken en geschriften met hunne naamgenooten werden verward.
Zie: Europ. Mercurius Juni 1744; Juli, Aug. 1746; Aug. 1747; J.D.J., Historie van den jegenwoordig beëindigden oorlog in Vlaanderen en Braband (Amsterdam 1749); alle verhalen over de overrompeling van Bergen-op-Zoom, waarvan eene opgave voorkomt als bijlage bij de lezing van C.A. van Sypesteijn, Het beleg en de overrompeling van Bergen-op-Zoom in 1747 in de Vereeniging tot beoefening van de krijgswetenschap (verslag der vergadering van 22 December 1887);