[Hemert, Everart van]
HEMERT (Everart van), zoon van Everart van Hemert, wonende te Lienden in Gelderland, geb. te Lienden, begraven te Enkhuizen 19 Februari 1669, gehuwd te Enkh. 24 Mei 1655 met Sibrig Allertsdr. Semeyns; hij was in 1657 nog vendrig in een compagnie voetknechten, onder wijlen kapitein Cassiopyn, behoorende tot het regiment van West-Friesland en het Noorderquartier. Hij requestreerde in dit jaar aan de Staten van Holland en West-Friesland, vragende bevordering tot kapitein van genoemde compagnie te voet, zich daarbij beroepende op het Privilegie Semeyns en deze zijn voorouders noemende, hoewel hij slechts aangehuwd was. In 1661 diende hij in de compagnie van wijlen kapitein Jonker Otto Pynsen van der Aa en werd 22 Nov. van dat jaar bevorderd tot kapitein van de compagnie van wijlen Jean Fouleau om te dienen zoowel te velde als in garnizoen en ook op schepen van oorlog des nood zijnde.
Hij bezat een leengoed in Gelderland, genaamd