[Grasper, Henricus Josephus]
GRASPER (Henricus Josephus), geb. te Amsterdam 3 Mei 1679, studeerde te Leuven in het collegie S. Pulcheria, destijds staande onder het bestuur van den Jansenistisch-gezinden president Petrus Melis (1680-1725). Zonder wettige wijdingsbrieven zou hij in 1715 priester gewijd zijn. Later sloot hij zich bij de aan Rome getrouwe geestelijken aan, en was in 1722 kapelaan te Amsterdam in de Statie ‘de Pool’. Door Jansenistischen invloed werd hij te Amsterdam in zijne bediening geschorst. Van 1722-28 was hij pastoor te Ouderkerk a/d Amstel en van 1728-34 te Amsterdam in de Statie ‘de Lely’. Hij woonde aldaar op den Achterburgwal. In 1728 werd hij lid van het kapittel van Haarlem. Hij stierf te Amsterdam 14 Febr. 1734 en werd in de Nieuwe kerk aldaar begraven. In de pastorie der S. Catharina-kerk hangt van Grasper een portret, waarnaar A. van Buyse eene kopergravure vervaardigde, die zich in de pastorie te Ouderkerk bevindt.
Zie: Bijdr. bisdom Haarlem XXXVI, 94-98.
van der Loos