Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Godefroi, Michael Jacobus]

GODEFROI (Michael Jacobus), geb. 2 Apr. 1819 te Londen, overl. 2 Dec. 1895 te 's Hertogenbosch. Hij studeerde aan de leidsche hoogeschool en promoveerde, 11 Apr. 1842, in de geneeskunde op eene dissertatie, De pulsu. Hierna vestigde hij zich te 's Hertogenbosch, waar hij ruim 50 jaar de praktijk uitoefende. Niettegenstaande deze drukke praktische bezigheid was hij ook in het algemeen belang op zeer verdienstelijke wijze werkzaam, o.a. als secretaris van het N. Brabantsch Genoots. v. Kunsten en Wetenschappen, waarvoor hem bij zijn 25-jarig jubileum eene gouden herinnerings-medaille werd geschonken. In 1892 werd hij benoemd tot adviseerend lid van het hoofdbestuur van de Nederl. Maats. t. bevord. d. geneesk. als erkenning van zijne verdiensten ten opzichte van dit lichaam sinds de oprichting in 1849. De onderstaande lijst van geschriften doet zien, hoe hij zich als schrijver met verschillende onderwerpen heeft beziggehouden: De levertraan als huismiddel. Handl. v. ieder, die dezelve met vrucht wil gebruiken ('s Hertogenb. 1843); Hoe werkt de levertraan als geneesmiddel, naar het Hoogd. van Dr. H. Klencke ('s Hertogenb. 1843); Bijdrage tot de physiologische pathologie in Boerhaave, Tijds. v. Geneesk. heel-, verlos- en artsenykunde N.S. III (1844), 443; Nasporingen omtrent de wijze van werking der narcotica, Ibid. V (1845), 194; Gedachten over koorts in het algemeen en tusschenpoozende koorts in het bijzonder, Ibid. IV (1845), 337; F.L. Meisner, De ziekten der kinderen. Een handb. v. pract. geneesk. Uit het Hoogd. vert. en verm. door M.J. Godefroien S. Bezeth I (Gorinch. 1846); J. Dietl, De kliniek der hersenziekten ontwikkeld uit de ziektekundige ontleedkunde. Naar het Hoogd. ('s Hertogenb. 1848); De cholera en de openbare gezondheidsregeling in Nederland (1866); Wat is er sedert 1849 of sedert de laatste epidemie in 1859 in Nederland verricht in het belang der openbare gezondheid (1866); De kindersterfte te 's Hertogenbosch beneden het eerste levensjaar (1868); Het leven van Jan Ingen-Housz

[p. 663]

geheimraad en lijfarts van Keizer Jozef II van Oostenrijk in Hand. v.h. prov. genoots. v. kunsten en wetensch, in Noord- Brabant (1875); Onze kennis van den aard en het wezen der smetstoffen (1877); Stemmen over staatk. en maatsch. vraagstukken); Getuigen en redden. Open brief aan Dr. Pierson (1889); Open brief aan Dr. C. Gobee, in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1872, I, 601; Losse gedachten over stelsels in de geneeskunst, Ibid. II, 209; Iets over het standpunt der cholera-kennis in 1873, Ibid. 1874, II, 123; Het leven van Dr. Jan Ingen-Housz, Ibid. 1875, II, 285; Over sterfte-statistieken, Ibid. 1876, I, 202; Een merkwaardig pestboekje uit den 17den eeuw, Ibid. 1886, I, 53; De cholera te 's Hertogenbosch, Ibid. 1892, II, 617; Oud en nieuw uit de geschiedenis der geneeskunde, Ibid. 1894, II, 1006; Influenza en microbe. Voordracht ('s Hertogenb. 1892).

Zie over hem: Dr. M.J. Godefroi door C.E. Daniels in Eigen Haard, 1896, 43.

Simon Thomas