[Geuns, Jacob van]
GEUNS (Jacob van), geb. 1847 te Amsterdam, overl. 3 Nov. 1909 te Baarn, was de zoon van Jan van Geuns (3) (kol. 651). Na het gymnasium in zijne geboortestad te hebben bezocht, studeerde hij in de geneeskunde aan het Athenaeum en promoveerde, 15 Febr. 1875, te Utrecht tot medicinae doctor na verdediging van een proefschrift: Over de verhouding tusschen de opgenomen zuurstof en het uitgescheiden koolzuur bij de zoogdieren. Daarna vestigde hij zich te Amsterdam, waar hij zich verdienstelijk maakte niet alleen in de uitoefening van eene uitgebreide praktijk, maar ook door zijne werkzaamheden als lid van het bestuur van de wijkverpleging, het Genootschap tot bevordering der Koepokinenting, de Vereeniging voor gezondheids- en vacantie-kolonies en de Maats. tot bevord. der geneeskunde, waarvan hij gedurende tal van jaren secretaris was. Bovendien was hij geruimen tijd geneeskundig adviseur van de Amsterdamsche Maatsch. voor levensverzekering en lijfrente en door zijne nauwgezette studiën op dit gebied gold hij als een der eerste deskundigen in geneeskundige verzekeringsvragen, waarvan hij ook blijken gaf in wetenschappelijke verhandelingen. Hieraan had hij ook te danken, dat hij tot voorzitter van de Nederlandsche afdeeling der internationale vereeniging van verzekeringsartsen gekozen werd en in 1902 op het te Amsterdam gehouden tweede internationale Congres van geneeskundigen verbonden aan levensverzekering-maatschappijen als voorzitter optrad. In Dec. 1893 werd hij benoemd tot voorzitter van de commissie van toezicht op den stedelijken geneeskundigen dienst te Amsterdam en bleef als zoodanig met groote toewijding werkzaam, tot hij om gezondheidsredenen verplicht werd zijn ontslag te vragen.
Bibliographie: Verslag over den staat van het Instituut tot onderwijs van blinden en van het gesticht voor volwassen blinden te Amsterdam, 1858-75 (Amst. 1878); Iets over de waarde van het carbolzuur als desinfecteerend middel, in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1872, I, 481; Velocipède-rijden, Ibid. 1885, I, 269; Gepasteuriseerde melk, Ibid. II A, 41; Het pasteurisecren van bacteriën, Ibid. 1889, II, 629; De verhouding van den practiseerenden geneesheer tegenover de levensverzekeringsmaatschappijen, Ibid. 1892, I, 162; Een vreemd lichaam in de luchtwegen, Ibid. 1893, I, 134; De geneeskundige armverzorging te Amsterdam, Ibid., 1897, I, 15; De medische wetenschap, de meest gevaarlijke vijand der levensverzekering? Ibid. I, 485; Het afgeven van verklaringen betr. de oorzaak van het overlijden hunner patiënten door de geneeskundigen (Amst. 1898).
Zie over hem: Jacob van Geuns 1847-1909, door H. Burger, in Ned. Tijds. v. Geneesk., 1909, II B, 1399.
Simon Thomas