[Gestel, Adrianus van]
GESTEL (Adrianus van), geb. te Geldrop 30 Januari 1830, overl. te Maastricht 20 Aug. 1900, deed zijn lagere
studiën aan de latijnsche school te Eindhoven en trad 26 Sept. 1849 in de Societeit van Jezus. Te Rome, aan de Gregoriaansche universiteit, legde hij zich toe op philosophie en theologie onder de professoren Tongiorgi, Secchi, Patrizzi, Franzelin, Tarquini, Passaglia, Schrader e.a. Den 27. Nov. 1854 verdedigde hij voor een aanzienlijk gehoor van kardinalen, bisschoppen e.a., 140 theses der philosophie enz. in de St. Ignatiuskerk aldaar, werd in 1858 priester gewijd door kardinaal Patrizzi, en keerde het volgend jaar naar zijn vaderland terug. Gedurende 34 jaar onderwees hij te Maastricht aan zijn ordebroeders de leerstellige en zedekundige godgeleerdheid, en was tegelijk in de zielzorg werkzaam; bijna al dien tijd gaf hij de jaarlijksche geestelijke oefeningen aan priesters en kloosterlingen, en werd om zijn uitgebreide kennis en groote ervaring door velen geraadpleegd. Onvermoeid hanteerde hij de pen tot verklaring en verdediging der katholieke leer in wetenschappelijken, en vooral in meer populairen vorm. Van 1863 tot 1892 was hij een trouw medewerker van het dagblad De Tijd en van 1868 tot zijn dood van het tijdschrift Studiën. Daarin behandelde hij bij voorkeur de ethische vraagstukken van den dag, beschouwd van katholiek standpunt. Zijn geloofsgenooten wees hij op de rationalistische beginselen, die den grondslag vormen van het in die dagen ook door vele katholieken gehuldigde liberalisme. Zonder ooit voor het groote publiek in vergaderingen op te treden of zich met de eigenlijke politiek in te laten, trachtte hij den christelijken geest in het Staatsbestuur te doen doordringen, zoodat hij niet ten
onrechte door sommigen ‘de christelijke staatsphilosoof’ genoemd is. Het katholiek onderwijs ging hem bijzonder ter harte. Jaren lang heeft hij gestreden voor de vrije katholieke school.
Zijn voornaamste werken zijr: Het Christendom en de Staat in onzen tijd, uitgegeven onder den schuilnaam A. van Geldrop (Amsterdam 1864); Rationalisme en Liberalisme door A.v.G.... 's Hert. 1865); De schat des Geloofs (ibid. 1866), herdrukt onder den titel: Het geloof van den Christen (Gulpen 1890); De Nederlandsche Schoolwet getoetst aan het Christelijk beginsel: de opvoeding der jeugd in de vreeze des Heeren (den Bosch 1867); De Christelijke school (ibid. 1868); Pauperisme en Christendom (ibid. 1868); Het Handelsblad en het Mandement der Bisschoppen (ibid. 1868); Wat mij houdt in de Katholieke Kerk (ibid. 1872); Brieven over artikel 194 der Grondwet, zijn oorsprong en gevolgen door een teleurgestelde van 1848 ('s Grav. 1885); De justitia et jure civili (Groningen 1889; 2e druk 1896).
van Miert