[Frentzel, Joachim]
FRENTZEL (Joachim), Frencelius, zoon van Andreas F. en Ursula Jenichen, geb. te Camenz (Duitschl.) 1611, overl. te Groningen 27 Maart 1669, tijdens een bezoek aldaar. Hij werd 1632 student te Franeker, en gaf er te gelijker tijd privaatlessen aan de zonen van Willem van Haren, met wie hij 1647-49 in Parijs was. Hij ging daarop naar Padua, promoveerde er, vestigde zich in Grave, waar hij stadsdokter werd en volgde 1651, zeker door invloed van van Haren, Johannes Antonides van der Linden, die naar Leiden was vertrokken, als professor in de geneeskunde te Franeker op. Voor een beroep in 1665 naar Leiden, als opvolger van van der Linden, die overleden was, werd door F. bedankt.
Hij was gehuwd met Elisabeth Tulp, overl. 1671, daarna met Gellia Moll, dochter van zijn collega Pieter Moll.
Hij schreef: Exercitationes anatomicae ad historiam mesenterii (Franeq. 1660).
Zijn geschilderd portret is op het stadhuis te Franeker.
Zie: Vriemoet, Anthen. Fris. 423-426; Boeles, Friesl. Hoogeschool II, 207; Molhuysen, Bronnen Gesch. Leidsche Hoogesch. III reg.
Molhuysen