[Frantzen, Johannes (1)]
FRANTZEN (Johannes) (1), zoon van den voorg., omstreeks 1712 te Raalte geb., overl. te Blokzijl 22 Dec. 1758; studeerde te Groningen (ingeschr. 27 Oct. 1732), predikant te Blokzijl 1735 tot zijn dood. Hij schreef W.C.H. Friso uyt den Hemel na zijn dood sprekende tot bemoedinge van zijne Gemalinne, Haare Koninklycke Hoogheid Anna, Kroonprincesse van Groot Brittannien, en Gouvernante der Unie, en van zijne Moeder Haare Doorlugtige Hoogheid Maria Louise van Hessen Cassel, of Troostbrief aan die twee Princessen, wegens het smertelyk overlijden van W.C.H. Friso Prince van Oranje (Amst. 1752).
Zie: Boekz. 1735, I, 124, 248, 381; 1759, I, 169; van Abkoude, Lijst van Acad. Redenv. enz. bij het overl. van W.C.H. Friso. 26; Album Studios. Acad. Gron. 180.
Molhuysen