[Fontaine, Isaàk de la]
FONTAINE (Isaàk de la), geb. 1711, overl. 10 Dec. 1785 te Leiden in den ouderom van 73 jaar en 5 maanden, werd 6 Sept. 1734 bij de classis van Amsterdam tot proponent toegelaten en 2 Febr. 1736 door den kerkeraad te Deurne tot pred. beroepen, welk beroep den 9 d.a.v. door den Raad van State werd geapprobeerd. 5 Aug. van dat jaar werd hij in zijn dienst bevestigd door zijn zwager, Ds. Petrus Hollebeek, pred. te Amst. (zie I kol. 1142), met Josua 1:7-8, terwijl hij zijn intrede deed met Ps. 67:2-3. 31 Juli 1740 nam hij te Deurne afscheid met Pred. 12:13, als verroepen naar Waardenburg en Neerijnen, waar hij 14 Aug. 1740 bevestigd werd door Ds. Rutger Schutte, pred. te Z.-Bommel, met Ps. 84:5-7 en intrede deed met Philipp. 2:16. Van deze gem. nam hij 12 Maart 1747 afscheid met Jes. 48:17-18 als zijnde 25 Jan. van dat jaar beroepen te 's Gravesande, waar hij 26 Mrt. 1747 bevestigd werd door Ds. P. Hollebeek voornoemd met Numeri 27:15-19 en intrede deed met Col. 1:28. Wegens ongemak op de borst werd hij op 't einde van 1770 emeritus. Hij was gehuwd met Catharina Dupper, die hij als weduwe naliet.
In 1763 gaf hij te 's Grav. een uit het Fransch van Formey vertaald werk in 't licht, getiteld: Kort begrip der kerkelijke Historie (3 dln. klein 8o. Hiervan verscheen in 1778 te Utr. een tweede, merkelijk verbeterde uitgave). De ‘Byvoegzelen’ zijn de la Fontaine's eigen werk.
Zie: De Jongh, Naamlijst 303; Brans, Kerkel. Register der Z.-Holl. Pred. 146; Boekzaal van 1734, 1736, 1740, 1747, 1770 en 1785.
H.N. Ouwerling